NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Afvalverbranding speelt ook in circulaire economie cruciale rol

Afvalverbranding speelt ook in circulaire economie cruciale rol

In een ideale circulaire economie is er geen restafval meer en kan elk materiaal eindeloos nieuwe levens krijgen. Maar zover zijn we vandaag nog niet. We kunnen nog niet alles op een rendabele manier recycleren. De komende jaren zal er dus nog voldoende capaciteit moeten zijn voor eindverwerking, hetzij via verbranding, hetzij via storten. Een gesprek met Karl Vrancken, senior expert on circular economy bij VITO over de plaats van afvalverbranding in onze huidige maatschappij.

“We zullen de komende jaren onze verbrandingscapaciteit voor restafval nog broodnodig hebben”, opent Vrancken overtuigd. “Ook wanneer je een goed circulair beleid op de rails krijgt, heb je nog steeds veilige afvoerkanalen nodig voor de restfractie. Dat is wat overblijft nadat we onze best gedaan hebben om zo goed mogelijk te hergebruiken en te recycleren. Er zijn nu eenmaal materialen die te vervuild of te gevaarlijk zijn om een tweede leven te geven. Terwijl we die grenzen technisch proberen te verleggen, kunnen we het bestaande restafval wel een nuttige toepassing geven door te kiezen voor ve

Circulaire economie

De nabijheid van industrie betekent meestal veel mogelijkheden voor warmtelevering.

rbranding met energierecuperatie. Het storten van brandbaar afval is al langer verboden. De warmte die vrijkomt bij de verbranding wordt typisch omgezet naar elektriciteit, maar nu komen er ook meer en meer toepassingen om in de buurt warmte te leveren, dat kan ook in de vorm van stoom.” Hebben onze verbrandingsovens voldoende capaciteit ter beschikking? Voor Vrancken is het antwoord op die vraag volmondig ja. “Vlaanderen voert inderdaad een beleid om die capaciteit te beperken en in de toekomst zoveel mogelijk af te bouwen, om zo een stimulans voor meer recyclage te vormen. Maar het is een beleid dat vijf à tien jaar vooruit kijkt, zodat er geen tekorten ontstaan. In bepaalde regio’s is er een overcapaciteit door te grootschalige installaties. Die moeten dan gevoed worden met afval uit andere landen.”

Naar een andere aanpak van restafval

Momenteel gaat Vlaanderen uit van het zelfvoorzieningsprincipe. De afvalverbrandingsinstallaties moeten het eigen afval kunnen verwerken. Niet meer, niet minder. Door voldoende druk op deze capaciteit te houden, wil men verhinderen dat er nog recycleerbare stromen verbrand worden. Dat wil echter niet zeggen dat de rol van restafval niet aan het veranderen is. En we dus ook het systeem moeten tegen het licht houden. “Onze inspanningen om afval in te zamelen en te recycleren zijn op steeds toenemende volumes gericht. Hoe hoger het percentage aan verpakkingen dat we ophalen, hoe beter we scoren. Meer is beter. Maar is dat wel zo?”, vraagt Vrancken zich af. “In een circulaire wereld gaan we onze manier van denken volledig moeten omdraaien. Als ik een product wil maken, kan ik bijvoorbeeld aangeven welk gerecycleerd materiaal ik daarvoor nodig heb, aan welke specificaties het moet voldoen. En dan kan ook het inzamelsysteem erop afgestemd worden. Wanneer we dat op een doorgedreven manier in de praktijk brengen en dus meer zuivere recyclagestromen produceren, zullen we tegelijk ook meer restresidu produceren. En zullen we misschien ook tevreden moeten zijn met tijdelijk laagwaardige toepassingen voor het restafval. Zo blijft afvalverbranding een belangrijk deel uit maken van het volledige plaatje.”

Hoe verbrandingsovens beoordelen?

Wanneer verbrandingsovens de komende jaren aan het einde van hun levensduur of hun vergunning komen zullen er misschien wel nieuwe criteria gebruikt moeten worden om ze op hun waarde te toetsen. Vrancken schuift er enkele naar voren. “Welke mogelijkheden zijn er in de buurt om warmte af te zetten? Hoe bereikbaar is de installatie? Staat hij centraal in het gebied dat bediend wordt? Kan het transport over water gebeuren? De eerste en de laatste kilometer vormen hier meestal het probleem, aangezien daar een overslagactiviteit aan verbonden is. Maar als je vlotte verbindingen en de nabijheid van de industrie kan combineren, dan ben je al een heel eind op weg. Ten derde moeten we ook evalueren hoe groot de installatie moet zijn om efficiënt en rendabel te zijn.” Vrancken benadrukt dat hij geen bepaalde verbrandingsoven wil viseren. “Elke situatie is specifiek en moet vanuit zijn eigen context bekeken worden. Maar deze elementen kunnen mensen helpen om ook de meerwaarde van een verbrandingsoven te beseffen. Want ze spelen een nuttige rol in het hele verwerkingssysteem.”   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details