NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
De bouw- en sloopbranche opschudden

De medische sector in België consumeert jaarlijks zo een 3.500 ton PVC voor medische hulpmiddelen. Materiaal dat na gebruik vandaag helaas in de verbrandingsoven terechtkomt. Geïnspireerd door tal van initiatieven in het buitenland, wil VinylPlus® samen met partners Renewi en Raff Plastics werk maken van een tweede leven voor niet-risicohoudend medisch PVC afval. 

Met VinylPlus® engageert de Europese PVC industrie zich om gezamenlijk uitdagingen aan te pakken en kansen te benutten om zich duurzaam te ontwikkelen. De organisatie schuift daarvoor drie doelstellingen naar voor: het versnellen van de transitie naar de circulaire economie, duurzame productie en decarbonisatie van de waardeketen. “PVC is een polymeer dat gemakkelijk acht à tien keer mechanisch gerecycleerd kan worden, zonder verlies van zijn perfor­manties. Een per­fecte kandi­daat dus om de kring­loop te proberen sluiten. Temeer, omdat het materiaal door zijn eigen­schappen slechts uit één laag hoeft te bestaan voor medische hulpmiddelen. Dat bevordert de recyclagemogelijkheden”, verduidelijkt Inge Dewitte, aan de slag als consul­tant voor VinylPlus®. 

In eerste instantie zullen deze VinylPlus® Med containers terug te vinden zijn in het operatiekwartier, op de spoedafdeling en in de materniteit.

Pilootproject moet potentieel aantonen

Met het nieuwe project VinylPlus® Med wil men een tweede leven geven aan pvc in medische toepassingen. “Het potentieel is enorm”, geeft Vincent Stone aan, senior manager technical/environmental affairs voor VinylPlus. “In België alleen al gaat het jaarlijks om een volume van 3.500 ton PVC voor medische hulpmiddelen, vaak wegwerpmaterialen, die vaak zonder nadenken bij de rest van het risicohoudend medisch afval landen en naar een verbrandingsoven vertrekken. Daar willen we nu samen met Renewi en Raff Plastics verandering in brengen. Door middel van een pilootproject in Belgische ziekenhuizen willen we aantonen dat het mogelijk is om PVC selectief in te zamelen en REACH compliant te verwerken, zodat het ook zijn tweede leven in de medische sector kan krijgen.” Het project legt daarom de focus op producten in transparante PVC die geen ftalaten bevatten en makkelijk demonteerbaar zijn. Denk aan tubes en slangetjes, bloed- en infuuszakken, zuurstof- en anesthesiemaskers, zuurstofbrillen … Deze medische wegwerpmaterialen verdwijnen voortaan in speciaal ontwikkelde afvalbakken met duidelijke labelling. 

Alle partners binnen straal van 120 km

In eerste instantie zullen deze VinylPlus® Med containers terug te vinden zijn in het operatie­kwartier, op de spoedafdeling en in de materniteit. Dewitte: “Uit een grondige studie bleek dat het gros van het volume van deze medische wegwerpartikelen daar verbruikt wordt. Op zijn twee sites zal de Europa ziekenhuizen een tiental afvalbakken over deze afdelingen verdelen.” Eenmaal vol worden ze door het ziekenhuis dichtbij het risicohoudend medisch afval, maar in aparte containers  opgeslagen. “Tijdens zijn inzamelronde neemt Renewi beide afvalstromen dan in één keer mee. Op die manier komen er geen extra kilometers bij, goed voor het milieu en voor de rendabiliteit van het project. Alle partners in het project bevinden zich trouwens in een straal van 120 km. Van zodra Renewi aan voldoende volume van het PVC afval zit op zijn site in Villerot, vertrekt het naar Raff Plastics om opnieuw tot maalgoed  en granulaten te verwerken. Dit maalgoed en deze  granulaten kunnen dienst doen als grondstoffen voor medische toepassingen zoals vloer- en wandbekleding, knijpmaterialen of yogamatten. De strikte eisen rond traceerbaarheid in de medische sector maken het vooralsnog on­mogelijk om met mechanische recyclage de kring­loop volledig te sluiten. Dan moet gekeken worden naar chemische recyclage, wat weer andere uitdagingen met zich meebrengt”, aldus Stone.

Door alle aandacht ook van Europa en lokale overheden voor duurzaamheid is het draagvlak bijzonder groot om circulair te denken.

Enthousiasme al groot

Hoewel het project nog maar is opgestart, de eerste opleidingen aan het personeel over hoe de juiste producten te herkennen en te demonteren zijn achter de rug, is het enthousiasme in de medische wereld al bijzonder groot. Stone: “Verduurzamen staat hoog op de agenda van ziekenhuizen. Ze kijken vandaag al verder dan louter hun energie- en waterverbruik naar ook de manier waarop ze omspringen met grondstoffen. Een problematiek die door Covid19- nog meer op de voorgrond is gekomen. We kregen al heel veel aanvragen uit alle gewesten om mee in het project te stappen.” Maar hoe reageert het personeel op al deze extra richtlijnen en handelingen? “Door alle aandacht ook van Europa en lokale overheden voor duurzaamheid is het draagvlak bijzonder groot om circulair te denken. Zeker in ziekenhuizen waar nog veel kostbare materialen verloren gaan. Het personeel kwam tijdens de demo’s spontaan met extra ideeën over welke producten nog voor selectieve inzameling in aanmerkingen konden komen. Het toont aan dat ze het zelf ook belangrijk vinden. Hun feedback zal de komende maanden cruciaal zijn in het slagen van dit project. Feedback die we overigens willen terugkoppelen naar de producenten om hun producten beter recycleerbaar te maken. Samenwerking langs de volledige waardeketen is immers de belangrijkste succesfactor om de kringloop te sluiten”, besluit Dewitte.   

De bouw- en sloopbranche opschudden

Gerben Kuipers – Directeur Noordereng Groep

Ik ben filmproducent geweest. The Natural Pavilion, het volstrekt circulaire, losmaakbare en demontabele paviljoen op de Floriade dat we in nog geen jaar hebben gerealiseerd, moet je daarom ook zien als een filmproductie. Je begint met een scenario waarin staat wat je gaat doen, dan volgt een opnameboek waarin staat wie wat doet. Je begint met drie of vier mensen met een idee en een jaar later werk je met allerlei ringen van mensen die allemaal iets doen: decors, kleding, teksten, belichting, camera, auto’s, catering, noem maar op. Bij een gebouw is dat niet anders, ook daar komen er steeds meer mensen bij die iets bijdragen aan het eindresultaat. Uiteindelijk moet je er als producent voor zorgen dat iedereen op tijd zijn eigen ding kan doen binnen de gegeven tijd. Zo hebben we The Natural Pavilion ook geproduceerd.   

Ik geloof heilig in circulair bouwen – en dus ook weer makkelijk slopen. Of beter nog: voorzichtig uit elkaar halen om elders weer te kunnen hergebruiken. Hout is ons uit de natuur gegeven om dingen mee te bouwen. Het is sterk, licht, duurzaam en het groeit weer aan. Pas in de laatste eeuw zijn we overgestapt op andere bouwmaterialen. Al het glas in het gebouw hebben we uit een voormalig kantoorgebouw gehaald.

Toen ik directeur was van de Cinemec-bioscopen heb ik de bouwtijd van een bioscoop weten terug te brengen van 24 naar 12 maanden, simpelweg door de bouwvolgorde te veranderen. We zetten daar als laatste de tribune met de stoelen in het gebouw. Dat scheelde enorm, omdat je de rest van het gebouw al helemaal af kon werken zonder dat die tribune in de weg zat. Het betekende echter wel dat de tribune helemaal in de fabriek gemaakt moest worden en dat er een opening in het
gebouw moest blijven. 

The Natural Pavilion is mede zo snel gerealiseerd omdat we het hout niet eerst gedroogd hebben. Dat gebeurt immers vanzelf wel. Eerst drogen betekent extra CO2 de lucht in blazen. En ja, dan werkt het gebouw een beetje, nou en? In China knopen ze alles met bamboe aan elkaar.

Met ons consortium willen we de bestaande bouw- en sloopbranche opschudden. Het bestaat uit allemaal verschillende bedrijven die op een bepaald onderdeel iets heel goed kunnen. Het is aan mij als producent om ervoor te zorgen dat al die losse onderdelen op de goede plek terecht komen en in elkaar passen. En binnen een bepaalde tijd. Overwerk of een extra bouwdag ken ik niet. Iedereen wist dat de Floriade op 14 april open ging. Dus toen was het paviljoen klaar. Als de tentoonstelling is afgelopen, krijgt het gebouw op een andere plek een nieuw leven.  

The Natural Pavilion is het Klimaatakkoord van Parijs in de praktijk. We laten niet alleen zien dat het mogelijk is om op industriële schaal circulair, modulair, energieneutraal en biobased te bouwen, maar ook dat de landbouw voor de bouw kan produceren in plaats van dat ze veevoer verbouwen. We moeten geen boeren uitkopen, we hebben ze hard nodig. Maar dan moeten ze wel andere producten gaan verbouwen.

Je ziet nu hoeveel invloed de geopolitieke situatie op de bouw heeft: grondstoffen worden duurder en moeilijker verkrijgbaar. Dat betekent ook dat de tijd rijp is voor een manier van bouwen en weer afbreken die minder afhankelijk is van grondstoffen die van ver moeten komen.

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details