NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
De Pen | Europa moet het momentum grijpen. Nu. 

Riothermie krijgt steeds meer kansen in Nederland

Ook rioolwater is te recyclen. En omdat Nederland in de komende decennia van het gas af moet, gebeurt dat steeds vaker. Riothermie heet de techniek waarbij warmte uit rioolwater wordt teruggewonnen. Waar er in Zwitserland en Duitsland al veel ervaring mee is, ontgroeit de techniek in Nederland net de kinderschoenen. Voorzichtig worden er zwembaden, scholen en huizen mee verwarmd, In Amsterdam wil woningcorporatie De Key er nu 1000 huizen mee gaan verwarmen.

Riothermie betekent letterlijk: warmte uit het riool. Rioolbuizen zijn immers warm. De gemiddelde temperatuur van rioolwater bedraagt in de winter ongeveer 8 tot 10 °C, en in de zomer 20 tot 25 °C. Dat komt doordat veel afval warm is als het wegspoelt, bijvoorbeeld doordat we onze handen wassen, de aardappelen afgieten of het douchewater laten wegstromen. De temperatuur is ruim voldoende om een warmtepomp mee te voeden.

Om de warmte op te vangen, worden de rioolbuizen omwikkeld met leidingen of wordt er een soort schaal in het riool gelegd. De vloeistof in die leidingen of die door de schaal stroomt, warmt daardoor op. Vervolgens brengt een elektrische warmtepomp de temperatuur op een bruikbaar niveau voor de verwarming van gebouwen en zorgt zo voor een prettig binnenklimaat.

[caption id="attachment_9967" align="alignnone" width="960"] Renovatie van een riool in Zoetermeer.[/caption]  

Warmtenet

In Nederland ligt zo’n honderdduizend kilometer riool in de bodem. Steeds meer bedrijven en gemeenten beschouwen deze kostbare infrastructuur als een warmtenet. Want door de beschikbare warmte efficiënt te benutten kan de transitie naar duurzame energie worden versneld. Riothermie is toepasbaar in combinatie met een lage temperatuursysteem, zoals vloerverwarming of convectoren. Het is echter minder geschikt voor oude verwarmingssystemen die om hoge temperaturen vragen en die in bestaande bouw veel voorkomen. De toepassing van riothermie gaat altijd samen met de installatie van een warmtewisselaar: een techniek die warmte ook voor kou kan verwisselen. Hierdoor is het systeem zowel geschikt om te verwarmen als om te koelen.

De afgelopen jaren hebben marktpartijen als KWR Watercycle, Royal Haskoning en advies- en ingenieursbureau Tauw Groep verschillende studies uitgevoerd om de haalbaarheid in Nederland in kaart te brengen. De resultaten daarvan vertalen zich inmiddels naar de praktijk. Er zijn scholen, zwembaden en sinds anderhalf jaar ook huizen aangesloten op warmte uit het riool. Goes had de primeur met een appartementencomplex met 60 woningen, maar nu overweegt de Amsterdamse woningcorporatie De Key in Amsterdam Noord, maar liefst 1000 woningen aan de sluiten.  Dat zou de eerste toepassing van riothermie worden in Amsterdam.

Het is de bedoeling om in de buurt een ‘bronnet’ aan te leggen. Via dit warmtenet komt rioolwater van zo’n 15 graden Celsius de huizen in. Met warmtepompen op groene stroom wordt het in de appartementencomplexen verder opgekrikt tot de gewenste temperatuur.

[caption id="attachment_9968" align="alignnone" width="960"] De plannen van woningcorporatie De Key.[/caption]  

Geïsoleerd

Omdat het gaat om bestaande woningen, zijn ze hoogstwaarschijnlijk niet goed genoeg geïsoleerd om de hele winter comfortabel verwarmd te worden door riothermie. De collectieve gasketels in de flats blijven daarom hangen om bij te springen in de koudste maanden.

Als de flats later aan renovatie toe zijn en wél moderne isolatie krijgen, worden de gasketels alsnog weggehaald. Tot die tijd wordt al veel bespaard op gas: 75 tot 90 procent, volgens eerste berekeningen.

Vrij verval

In landen als Duitsland en Zwitserland wordt riothermie al ruim vijftien jaar toegepast. Dat Nederland achterloopt, heeft verschillende redenen. Zo heeft het riool in andere landen meer ‘vrij verval’ waardoor het water sneller stroomt en er minder vuil neerslaat, waardoor er een betere warmteoverdracht is. Bovendien worden woningen in Nederland direct op de hoofdbuis aangesloten, terwijl in het buitenland vaak een verzamelpunt wordt gebruikt, wat de mogelijkheden verruimt. Bovendien heeft Nederland heeft een uitgebreide aardgasinfrastructuur en CV-ketels zijn nog erg goedkoop. Door de relatief hoge investeringskosten van riothermie was het jarenlang moeilijk om hiertegen te concurreren. De overheidsdoelstelling om afscheid te nemen van fossiele energie verandert het speelveld, waardoor riothermie nu wel kansen krijgt.   

De Pen | Europa moet het momentum grijpen. Nu. 

Er zijn minstens twee redenen waarom deze doelstellingen in gevaar zijn. De eerste houdt verband met de coronacrisis en de tweede met de vraag naar gerecycleerde materialen.

Tijdens de eerste golf van de coronapandemie stopten afvalbedrijven In een groot aantal EU-landen met de gescheiden inzameling van recycleerbaar afval. Dat gebeurde vooral toen sommige gemeenten overschakelden op gecombineerde inzameling. Op basis van onze eigen ervaringen was dit niet het geval in Nederland en België, maar blijkbaar wel in zwaar getroffen Zuid-Europese landen. Wat op zijn beurt tot minder recyclage leidde. Op dat moment, en gezien de extreme druk om essentiële diensten operationeel te houden, was er weinig keuze. Maar nu kunnen we van de situatie leren en stappen zetten om ervoor te zorgen dat het niet opnieuw gebeurt bij de tweede golf.

Om de nodige omstandigheden voor een circulaire economie te creëren, moeten overheden in overleg met de industrie een duurzame vraag naar gerecycleerde materialen tot stand brengen. Om succesvol te zijn moet deze vraag minder afhankelijk zijn van prijsschommelingen van nieuwe grondstoffen. Alleen wanneer overheden actie ondernemen, kan de recyclage-industrie het aanzienlijke kapitaal investeren dat nodig is om aan die groeiende vraag te voldoen. Onze aanbeveling? Overheden, het bedrijfsleven en de industrie moeten samenwerken om ervoor te zorgen dat de duurzaamheidsdoelstellingen van Europa niet in het gedrang komen.

Dit is een complexe opdracht die enerzijds ‘begeleiding’ door de Europese Unie en haar lidstaten vergt en anderzijds een reeks oplossingen. Er bestaan al een aantal beleidsinstrumenten, zoals maatregelen die de vraag naar secundaire materialen aanwakkeren. Ten tweede denken we aan maatregelen die de vernietiging van herbruikbare materialen ontmoedigen, zoals belastingen op het gebruik van stortplaatsen en verbrandingsovens en CO2-belasting. Ten derde komt het erop aan te sensibiliseren en innovatie aan te moedigen via subsidies.

Ontmoedigende maatregelen zijn even belangrijk om ruimte te creëren voor recyclage. Een minimum-percentage aan secundaire materialen in eindproducten, in combinatie met verbrandings- en CO2-belastingen om het gebruik van primaire materialen te ontmoedigen, speelt in het voordeel van recyclage. Zo zou de eenvoudige verplichting om in bepaalde eindproducten een minimumpercentage aan secundaire grondstoffen te gebruiken de vraag naar gerecycleerde materialen stevig ondersteunen en op die manier de ambitieuze Europese recyclagepercentages haalbaarder maken.

Om het aanbod aan gerecycleerde grondstoffen van hoge kwaliteit op te drijven, kan Europa een belangrijke rol spelen door innovatie aan te moedigen en de schaalgrootte van de Unie te benutten. In België en Nederland bestaan die al op nationaal niveau voor diverse afvalstromen. De invoering van minimale standaardwaarden voor afvalverwerking in heel Europa zou de potentiële markt voor innovatie uitbreiden.

Om echt doeltreffend te zijn en oneerlijke concurrentie te vermijden, moeten beide hierboven beschreven beleidsinstrumenten pan-Europees zijn. We hebben geen tijd te verliezen. Covid-19 is een crisis, maar de klimaatverandering dreigt een ramp te veroorzaken en tijd staat niet aan onze kant. Deze maatregelen kunnen snel geïmplementeerd worden en zullen een sleutelrol spelen in het behalen van de recyclagedoelstellingen van 2030. We moeten nu doortastend optreden om de circulaire economie de wind in de zeilen te geven. En om het risico van korte termijnbeleid aan te pakken dat de Europese langetermijndoelstellingen inzake circulaire economie kan ondermijnen.   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details