NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Is er voldoende recyclaat beschikbaar?

Het gebruik van teerhoudend asfaltgranulaat (TAG) dat thermisch is gereinigd wordt weer onder strenge voorwaarden toegestaan. Dat meldde staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Stientje Van Veldhoven onlangs in een brief aan de Tweede Kamer. Het betekent het einde van een verbod dat in 2017 inging. Sindsdien liggen in de Eemshaven (Theo Pouw) en in Moerdijk (ATM) miljoenen tonnen thermisch gereinigde grond te wachten op een bestemming.

Teerhoudend asfaltgranulaat komt vrij bij vervanging en verbreding van wegen. Het spul mag vanwege de verontreiniging niet worden hergebruikt of geëxporteerd. Theo Pouw Groep en ATM investeerden jaren geleden in machines om TAG te kunnen reinigen. Het product dat overblijft is thermisch gereinigde grond (TGG) en werd onder andere gebruikt in dijkversterkingen.

In 2017 volgde een verbod op het gebruik van TGG nadat in 2016 bleek dat de kwaliteit op drie locaties (Westdijk in Bunschoten, de plas van Heenvliet en de Perkpolder) niet voldeed aan de normen die gesteld worden vanuit het Besluit Bodemkwaliteit. Bovendien kwamen ook andere risico’s - zoals civieltechnische deformatie - aan het licht. 

Daarom stelde de de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) een onderzoek in naar Theo Pouw en ATM. De ILT eiste daarop aanpassing van het productieproces.

En dat deden beide bedrijven met succes, want in december 2019 gaf de ILT weer toestemming voor beperkt gebruik van de thermisch gereinigde grond. TGG is volgens de ILT milieuhygiënisch niet geschikt voor toepassing in of in de directe nabijheid van (gevoelige) landbouw- natuurgebieden of grondwaterbeschermingsgebieden en is ook niet geschikt voor toepassing in grond- of oppervlaktewater. TGG is daarnaast ook niet geschikt als aanvulgrond voor leeflaagconstructies. De TGG voldoet wel voor wat betreft de genormeerde stoffen aan de maximale waarden voor klasse industrie en toepassing in een grootschalige bodemtoepassing (GBT). Wel is altijd toestemming van het bevoegd gezag nodig om TGG te mogen gebruiken.

[caption id="attachment_10023" align="alignnone" width="960"] ILT concludeert dat TGG weer beperkt mag worden toegepast.[/caption]  

Risico’s

Staatssecretaris Van Veldhoven sluit zich nu aan bij de conclusies van de ILT.. Ze liet op aandringen van de Tweede Kamer nog wel de risico’s nader onderzoeken door ingenieursbureau Tauw. Op basis van die inventarisatie concludeert ze nu dat TGG misschien wel schoner is dan tot voor kort werd aangenomen. “Het streven is om de toepassing van TGG onder voorwaarden weer te hervatten, mits uiteraard wordt voldaan aan de kwaliteitseisen uit het besluit Bodemkwaliteit”, schrijft ze in de Kamerbrief. “Echter vanwege het uitlooggedrag van TGG zijn de oude voorraden alleen onder bijzondere voorwaarden toepasbaar, namelijk in brakke en zoute milieucondities.”

Volgens ATM en Pouw is thermisch gereinigde grond echter veel breder toepasbaar. De staatssecretaris heeft beloofd met de bedrijven te gaan praten. Rijkswaterstaat doet ondertussen nog onderzoek naar een aantal projecten waar in het verleden TGG is gebruikt.   

Is er voldoende recyclaat beschikbaar?

Dit geeft nogmaals het wankele evenwicht weer in de transitie naar een meer circulair model. Hoe ondervangen we dit tekort aan te recyclen plastic afval en groeien we juist mee met de afzet van gerecycled materiaal? Het is noodzakelijk om de circulaire doelen die we stelden ook te realiseren. 

Er is veel meer plastic afval dan de hoeveelheid die recyclers momenteel recyclen. De overige stroom plastic is echter vermengd met ander afval en wordt naar een stortplaats of verbrandingsoven afgevoerd. Meer scheiden, aan de bron of achteraf, blijkt economisch vaak op problemen te stuiten. Logistieke kosten zijn te hoog, sorteren is te duur, de opbrengst van recyclaat is te laag… Het zijn argumenten die we dagelijks horen. Wat is de oplossing voor deze situatie?

In de praktijk zien we in diverse landen verschillende ontwikkelingen. De afvalstrategie is gebaseerd op Europese regels, maar wordt grotendeels beïnvloed door nationale wet- en regelgeving. Denk hierbij aan een stortverbod, een stort- en verbrandingsbelasting, CO2-heffingen en subsidie op energie uit afval. In meerdere West-Europese landen is het storten van brandbaar afval al verboden. Logisch, want op de Ladder van Lansink staat ‘storten’ op de onderste trede. ‘Verbranden’ staat daar net boven. Toch wordt dit nog te veel gedaan. De reden is simpel: verbranden is goedkoper dan recyclen via scheiding aan de bron of achteraf. Hogere belastingheffingen op het verbranden van afval geven een duwtje in de juiste richting, maar deze heffingen maken het ook duurder om residu te verbranden. Daardoor stijgen de kosten van recyclen. Beter is een verbod op het verbranden van recyclebaar afval. Anders gezegd: een sorteerplicht voor recyclebaar afval. Hiermee stimuleren we niet alleen het recyclen van plastic afval, maar tegelijkertijd het recyclen van andere recyclebare afvalstromen.

Niet aan de bron gescheiden recyclebaar afval gaat eerst naar een sortering. Vervolgens kan het residu worden afgevoerd naar een afvalverbrandingsinstallatie; bij voorkeur een afvalenergiecentrale met energieterugwinning. Het sorteren vindt plaats volgens het Best Beschikbare Proces. Dit betekent dat de sorteerder alleen via deze sorteermethode zijn residu naar een afvalenergiecentrale kan afvoeren. Het Best Beschikbare Proces zegt niet alleen iets over de sorteertechniek, maar ook over de afzetmogelijkheid van de te recyclen afvalstroom. Hiermee kunnen vraag en aanbod langdurig met elkaar in balans worden gebracht. 

Met deze aanpak kan de belastingheffing op het verbranden van afval komen te vervallen. Deze heffing remt het businessmodel juist, omdat recyclen hierdoor duurder wordt. Het vervallen van de heffing geeft ook afvalenergiecentrales de mogelijkheid om hun capaciteit op Europese schaal in te zetten, zonder dat importheffingen dit blokkeren. 

Ook EU-lidstaten zijn gebaat bij een hoger recyclingpercentage van plastic verpakkingen. De per 1 januari in te voeren ‘contributie’ van 800 euro per ton op niet gerecyclede plastic verpakkingen kan dan aanzienlijk worden verlaagd. 

Wie kan hierop tegen zijn? Een win-win voor alle betrokken partijen en vooral voor het milieu en klimaat. Laten we samen deze kansen pakken en snel starten!    

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details