NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Roger Beuting, nieuwe directeur ROVA: ‘Is 30 kilo restafval in 2030 wel reëel?’

Roger Beuting, nieuwe directeur ROVA: ‘Is 30 kilo restafval in 2030 wel reëel?’

Beuting zit al zijn hele werkende leven ‘in het afval’ en de sector blijft hem boeien. Hij wil zich de komende tijd gaan inzetten voor meer publiek private samenwerking én – opvallend – de droogte in Oost Nederland te lijf gaan. 

Bent u na anderhalve maand een beetje gewend aan uw nieuwe functie? 

“Jazeker, en dat heeft er vast mee te maken dat de afvalbranche niet nieuw voor me is. Ik heb lang bij Van Gansewinkel Oost-Nederland gewerkt, daarna een jaartje bij Kunststof Hergebruik en vervolgens bij Van Scherpenzeel. In 2017 nam Veolia Van Scherpenzeel over. Ik heb er tot afgelopen zomer met veel plezier gewerkt. In de afgelopen jaren hield ik me vooral bezig met de recycling van kunststof en papier en nu zit ik weer meer aan de inzamelkant van het spectrum. Ik herken dus veel van wat ik in verleden deed en ik herken ook veel in de bedrijfscultuur uit het oosten.” 

“Het moet er zijn, en mensen willen er geen omkijken naar hebben. Dat zit in het dna van dit bedrijf”.

Zijn er veel verschillen tussen het westen en het oosten van Nederland? 

“Hier in het oosten zijn mensen wat honkvaster denk ik. 40-jarige dienstverbanden zijn hier nog best normaal. En in het westen hebben mensen het hart iets meer op de tong. Qua afvalinzameling is stedelijk gebied altijd lastiger dan het buitengebied. Maar vergis je niet, binnen het werkgebied van ROVA vallen ook Amersfoort en Zwolle. We hebben dus met zowel steden als het platteland te maken.

“Wat me echter veel meer opvalt is dat de inzameling – in de zeven jaar dat ik me daar minder mee heb beziggehouden – een volstrekt andere functie heeft gekregen. Inzameling is – veel meer dan voorheen – verworden tot portaal voor de eerste kwaliteitscontrole voor grondstoffen. En dat is dan ook één van de belangrijkste issues in de hergebruikketens.”

Hoe uit zich dat bij ROVA?

“ROVA is al in de jaren ‘90 begonnen met diftar, daarna is omgekeerd inzamelen ingevoerd. ROVA heeft zich dus al vroeg toegelegd op aan de bron gesorteerde grondstofstromen. Dat was dus al goed op orde. Nu zie je in bepaalde gebieden steeds vaker een verschuiving van restafval naar één van de deelstromen. Voor restafval moet je immers betalen en de deelstromen halen we gratis op. Die vervuiling die daardoor ontstaat gaat ons negatief parten spelen in de rest van de recyclingketen. Vandaar dat we heel goed aan het onderzoeken zijn waar dan die verontreiniging ontstaat. Je kunt namelijk niet zeggen dat heel Zwolle, of Staphorst of de hele Achterhoek vervuilde afvalstromen levert. Nee, je zult namelijk vaak zien dat er binnen een gemeente of stad een paar buurten, straten of zelfs adressen zijn waar de verontreiniging bovengemiddeld is, terwijl de rest van de gemeente het heel keurig doet. Daarom hebben we een programma gestart met de naam ‘#Terugwinnaars’. Daarmee analyseren we de bron van de vervuiling en proberen we met gerichte communicatie en interactie, en uiteindelijk ook controle en handhaving, mensen te bewegen het goede gedrag te vertonen.”

Waarom is dat zo belangrijk?

“We willen allemaal toe naar een samenleving zonder afval. Zover zijn we nog niet. Maar we willen mensen wel uitdagen zo weinig mogelijk restafval te produceren omdat we anders de vervolgstappen niet kunnen zetten. Maar ik wil ook wel eens de vinger opsteken richting Den Haag waar het beleid wordt gemaakt. Want is het doel ‘30 kilo restafval in 2030’ onder de huidige omstandigheden wel reëel? Of moeten we eerst terug naar de producenten en de verpakkers en zorgen dat die producten op de markt zetten die zodra ze in de prullenbak liggen ook echt goed te recyclen zijn? En dat ze meer gebruikmaken van recyclaat in hun verpakkingen en sowieso minder verpakkingen gaan gebruiken? Dat is de andere kant van de medaille.”

Roger Beuting.

Wat beschouwt u als uw belangrijkste opdracht als directeur van ROVA?

“Ten eerste zal ik moeten zorgen dat ik de belangen van onze aandeelhouders – de deelnemende gemeenten – zo goed mogelijk behartig. Die gemeenten zijn niet voor niets aandeelhouder geworden. Het betekent dat je als club van gemeenten gezamenlijk voorop wilt lopen met circulair beleid en met beheer van de buitenruimte. Dat houdt in de praktijk in dat de kwaliteit van de ingezamelde grondstoffen zo hoog mogelijk moet zijn. En op het gebied van het beheren van buitenruimtes willen we verder groeien. Dus meer gemeenten aan ons binden waar we dat beheer op ons kunnen nemen. Daarvoor wil ik biodiversiteit als speerpunt gaan benoemen. Maar ik zie ook een coördinerende rol voor ROVA in de aanpak van typische klimaatvraagstukken als droogte en hittestress.  Oost Nederland is in de laatste jaren hard getroffen door die droogte. En dat leidt tot schade aan openbaar groen. Ik hoop hierin, net als bij andere beheervraagstukken in het groen, meer samen op te kunnen trekken met waterschappen en misschien ook wel Rijkswaterstaat. Zodat we samen concepten kunnen ontwikkelen om een bijdrage te kunnen leveren aan het verbeteren van de biodiversiteit en het vasthouden van water. Dat kan door voldoende aanplant, onderloopgebieden te maken of slimme irrigatie. Dat komt ten goede aan onze inwoners en daar zijn we voor.”

Dat is behoorlijk ambitieus voor een afvalinzamelaar.

“ROVA is ook nadrukkelijk meer dan een afvalbedrijf. We bestaan volgend jaar 25 jaar en er is destijds bewust gekozen voor een constructie waarbij deelnemende gemeenten ook aandeelhouder zijn. Men wilde deze belangrijke dienstverlening niet aan de grillen van de markt overlaten. Inzameling en beheer buitenruimte liggen dicht tegen elkaar aan en qua dienstverlening naar de inwoners is het vergelijkbaar. Het moet er zijn, en mensen willen er geen omkijken naar hebben. Dat zit in het dna van dit bedrijf.”

U heeft 25 jaar in de private sector gewerkt en begint nu bij een publiek bedrijf. Was dat een bewuste keuze?

“Deels. Het was ook omdat deze kans zich voordeed. Ik zie ROVA wel als koploper van de publieken. Maar de reden waarom ik het interessant vond is omdat ik denk ik wel wat toe te voegen heb met al mijn ervaring. En ik geloof erin dat publiek en privaat samen een stap moeten zetten. Niet op elkaars stoel gaan zitten, maar meer dingen samen doen. Ik geloof sowieso in goede samenwerking. Een voorbeeld daarvan is CirkelWaarde. Dat is een initiatief van ROVA, Circulus Berkel en AVU om samen de verwaarding van grondstoffen te organiseren. Met als doel om de krachten en het volume te bundelen waardoor je interessant bent voor private partijen om contracten mee af te sluiten en misschien wel innovaties aan te jagen. We doen dat nu voor zes verschillende afvalstromen en dat kunnen we doen doordat we als partijen samen langjarig grote volumes kunnen garanderen aan bedrijven die willen investeren. Dat zie ik als een sterk staaltje samenwerking.”   

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details