NLFR

Platform over de gehele recyclingstroom binnen de Benelux
Samen op weg naar #Zerowaste

Samen op weg naar #Zerowaste

BRBS Recycling en Recyclepro gaan samenwerking aan om het begrip “afval” uit de wereld te helpen

In 2020 bestaat BRBS Recycling 40 jaar. Destijds begonnen als “Belangenvereniging Recycling Bouw- en Sloopafval” en inmiddels een Branchevereniging die in het hart van de Circulaire Economie staat met leden die in de gehele keten actief zijn.

Over afval, recycling en de Circulaire Economie wordt veel geschreven en gesproken. Via verschillende media komen allerhande berichten dagelijks bij ons binnen; de ene vluchtig – via een tweet, de ander uitgebreid en zwaar – via een vakblad of circulaire. In een wereld waarin het hoogste woord op basis van het aantal views of likes voor waarheid wordt aangenomen kiest BRBS Recycling bij voorkeur voor het gedrukte woord. Een gedrukt woord in een vorm die op het moment dat het schikt tot zich kan worden genomen en via de leestafel kan worden gedeeld en besproken: een magazine dus.

Om onze boodschap nog breder te verspreiden zijn wij een samenwerking aangegaan met Recyclepro, het magazine dat al enige jaren verspreid wordt in België en nu ook een Nederlandse uitgave kent. Wij zijn bijzonder verheugd met deze uitbreiding van ons lezerspotentieel en hopen hiermee nog meer mensen te inspireren en het scheidings- en recyclingpercentage van afval in Nederland (en daarbuiten) te verhogen.

Een mooi voorbeeld van inspiratie is het jaarlijkse Recyclingsymposium in Gorinchem, op dit moment zijn wij alweer druk bezig met de voorbereiding van de 2020 editie die op woensdag 18 november gehouden zal worden. Markeer die datum alvast in uw agenda!

In de geest van Reduce, Reuse & Recycle wijzen wij u er natuurlijk op dat deze uitgave ook digitaal te verkrijgen is via recyclepro.eu en dat u uw hardcopy exemplaren na het doorgeven aan uw collega’s natuurlijk in de papiercontainer deponeert. Zo sparen we grondstoffen en geven we deze uitgave weer een volgend leven

Veel leesplezier!


carltoon_legolisering-kopieren

Rekenmodel stimuleert hergebruik bouwproducten

De gebouwde omgeving blijkt voor de helft van het totale materiaalgebruik verantwoordelijk. Om de ecologische voetafdruk te verminderen, zal er niet alleen meer over de hoeveelheid, herkomst en schaarste van grondstoffen nagedacht moeten worden. Daarnaast zal het noodzakelijk zijn een methode te ontwikkelen die de financiële restwaarde van bestaande bouwproducten berekent en zo het hergebruik stimuleert.

Op dit moment ontbreekt echter het inzicht om te berekenen of hergebruik van bouwproducten financieel gunstig kan zijn. Er is dan ook behoefte aan een ‘Residual Value Calculator’, een rekenmethodologie die uitgaat van factoren zoals grondstofprijs, kwaliteit, losmaakbaarheid, transport en onderhoud- en reparatiekosten. Als de financiële en materiële restwaarde bij leveranciers van bouwproducten, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties en financiers van bouwprojecten eenmaal inzichtelijk zijn, ontstaat er een prikkel om bij het einde van de economische levensduur niet te slopen, maar te demonteren.

Zo’n transitie naar duurzaam hergebruik heeft echter alleen kans van slagen als de hele sector, inclusief financiële instellingen het nut en de rentabiliteit ervan inzien. Door de toekenning van een restwaarde komen andere businessmodellen in zicht, zoals een lease-businessmodel of een terugkoop-businessmodel. Net zo belangrijk als het ontwikkelen van een restwaardemethodiek is daarom het in gang zetten van een beweging die zorgt dat de betrokken partijen al bij de planvorming afspraken vastleggen over de restwaarde van bouwproducten. De overheid kan zo’n beweging een extra impuls geven door, bijvoorbeeld via het Bouwbesluit, bij nieuwbouw en verbouw een minimumpercentage hoogwaardig hergebruikte bouwmaterialen voor te schrijven.

Residual Value Calculator

Voor het noodzakelijke inzicht in de restwaarde van bouwproducten heeft TNO met het C2C ExpoLAB op basis van binnenwanden in kantoren inmiddels een prototype van de Residual Value Calculator ontwikkeld. Op termijn verwacht Sara Wieclawska van TNO in een voorspellingsmodel voor een uitgebreide portfolio aan bouwproducten te kunnen voorzien, dat inzicht biedt in de daadwerkelijke restwaarde van de verschillende roerende, semi-roerende en wellicht ook onroerende goederen in een gebouw. Zij voorziet dat er zo een incentive ontstaat om niet te gaan slopen, maar te demonteren en ook na te denken over de losmaakbaarheid of ‘lego-lisering’ van het design van de verschillende producten.

Design for disassembly

Voor de bepaling van de restwaarde is er derhalve ook voor fabrikanten van bouwmaterialen een belangrijke rol weggelegd. Zij kunnen bij uitstek aan de knoppen draaien om de restwaarde te vergroten. Blijkt bijvoorbeeld dat het loshalen van een schroef- en nagelvaste binnenwand kostentechnisch gezien niet aantrekkelijk is, dan loont het aantoonbaar de moeite om deze wand makkelijker demontabel te maken. Dit zorgt tegelijk voor een essentiële nieuwe beweging: die naar circulair design van producten in de ontwerpfase, ofwel design for disassembly.


billions-dollars-online-clothing-returns-landfill-kopieren

Europese recycling staat nog in de kinderschoenen

Voor Europa is de circulaire economie bijzonder interessant, desondanks blijft het hergebruik steken op amper 10 procent van de grondstoffen. Een kritisch rapport door het Europese Milieuagentschap (EEA) pleit voor meer investeringen en schaalvergroting.

Inzetten op een circulaire economie vermindert tegelijk de afvalberg en de behoefte aan grondstoffen, is efficiënter en beter voor het klimaat en ook nog eens goed voor de biodiversiteit. Een geïndustrialiseerde regio als Europa, die daarnaast sterk afhankelijk is van de import van schaarse grondstoffen, heeft er dan ook veel bij te winnen. Toch blijft het bij te kleine projecten, zegt het Europese Milieuagentschap in het rapport ‘Paving the way for a circular economy: insights on status and potentials’, dat een inventaris maakt van de bestaande initiatieven.

Verschuiving bezig

Europese bedrijven schuiven wel in toenemende mate op naar een circulair businessmodel. Ze richten zich daarbij vooral op operationele efficiëntie en vermindering van hun afval. Ook de verschuiving van product naar dienstverlening is veelbelovend. Maar de grootste obstakels voor een snellere verschuiving naar dergelijke modellen zijn “de bedrijfscultuur, de marktfactoren en de complexiteit van het systeem”, stelt het rapport. “De beschikbare statistieken rond gebruik van grondstoffen tonen aan dat de circulaire economie nog in haar kinderschoenen staat,” zo is te lezen. “Op macroniveau wordt amper 10 procent van de gebruikte materialen in de Europese economie gerecycled en opnieuw gebruikt.”

Verschillen

De gemiddelden verbergen wel grote verschillen wat betreft materialen en landen. Zo wordt amper één procent van schaarse materialen als lithium en silicium gerecycled, tot meer dan de helft voor zilver en lood. En ook tussen de individuele lidstaten zijn de verschillen groot.

Het volume afval groeide tussen 2010 en 2016 opnieuw met drie procent, maar ook het volume gerecycled afval groeide met de helft. De afvalverbranding met energieproductie groeide in dezelfde periode eveneens met 12 tot 18 procent, terwijl storten op land met bijna een derde daalde.

Schaal

Uit de onderzoeken van de EEA blijkt dat 21 van de 32 lidstaten al maatregelen hebben genomen om circulaire initiatieven te steunen. Het gaat meestal om wetgeving en marktinstrumenten met het oog op recycling, energie-efficiëntie en afvalbeheer, terwijl thema’s als eco-design, consumptie en hergebruik vaak gesteund worden met ‘zachtere’ beleidsinstrumenten zoals informatiecampagnes of labels.

Het rapport stipt aan dat niet alleen de initiatieven zelf meer investeringen nodig hebben, maar ook de monitoring ervan. Heel wat relevante data, zoals over de productie- en consumptiefase in de levenscyclus van producten, zijn niet beschikbaar in de bestaande systemen en overheidsstatistieken. En, stelt het rapport, het beleid rond circulaire economie moet beter geïntegreerd worden met het klimaatbeleid.


astronauta-luna-kopieren

De EU Green Deal – de man op de maan!

Krachtige beslissingen inzake afvalinzameling en -beheer

Op 11 december 2019 presenteerde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen de Europese Green Deal. Zij noemde deze Green Deal, die Europa vóór 2050 tot het eerste klimaatneutrale continent moet maken, Europa’s “Man-on-the-moon project”.

Deze Green Deal wordt breed ingestoken. Met de drie grote pijlers Zero Emission, Circular Economy en Zero Pollution worden alle sectoren van de Economie bestreken.

De eerste aanwijzingen op het gebied van de Circulaire Economie gaan in de richting van een actieplan dat beleid voor duurzame producten omvat, dit ter bevordering van het circulaire ontwerp van alle producten op grond van één methodologie en gemeenschappelijke beginselen. Het actieplan zal er met name op inzetten dat er minder materiaal wordt verwerkt en dat dit materiaal opnieuw wordt gebruikt, voordat het wordt gerecycled. Dit zal nieuwe bedrijfsmodellen bevorderen en minimumvoorschriften vaststellen om te voorkomen dat er milieuschadelijke producten op de EU-markt worden gebracht. Tevens zal de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid worden versterkt.

Het actieplan Circulaire Economie richt zicht zich met name op de sectoren die veel hulpbronnen vergen, zoals de textiel-, bouw-, elektronica- en kunststoffensector. Sectoren die energie-intensief zijn, zoals staal, chemie en cement worden, als bijdragers aan meerdere belangrijke waardeketens gevraagd koolstofvrij te worden en verder te moderniseren.

Daarnaast worden maatregelen getroffen teneinde bedrijven te stimuleren om herbruikbare, duurzame en repareerbare producten aan te beiden en consumenten in staat te stellen om voor die producten te kiezen. Er is zelfs sprake van een onderzoek naar een “recht op reparatie”.

In aanvulling op “Reduce” en “Re-Use” wordt op het gebied van “Recycle” gesteld dat het beleid voor duurzame producten ook voor veel minder afval zorgt. Als afval niet kan worden vermeden dient de economische waarde hiervan te worden benut en de impact ervan op het milieu en de klimaatverandering zo klein mogelijk te worden gehouden of in het geheel te worden vermeden. Dit vergt nieuwe wetgeving, met streefcijfers en maatregelen om oververpakking en afvalproductie tegen te gaan. Tegelijkertijd dienen ondernemingen in de EU te profiteren van een solide en geïntegreerde markt voor secundaire grondstoffen en bijproducten. Dit vereist nauwere samenwerking binnen alle waardeketens, zoals in het geval van de alliantie voor een circulaire kunststofeconomie. De Commissie zal wettelijke voorschriften overwegen om een impuls te geven aan de markt in secundaire grondstoffen met een verplicht gehalte aan gerecycled materiaal (bijvoorbeeld voor verpakking, voertuigen, bouwmateriaal en batterijen). Om het afvalbeheer voor burgers te vereenvoudigen en ondernemingen te verzekeren van schonere grondstoffen, zal de Commissie een EU-model voor gescheiden inzameling van afval voorstellen. De Commissie is van oordeel dat de EU haar afval niet meer zou moeten exporteren en zal daarom de regels inzake de overbrenging van afvalstoffen en illegale uitvoer herzien.

In maart 2020 wordt de verdere uitwerking en presentatie van het onderdeel Circular Economy verwacht. In relatie tot de “Man-on-the Moon” zal dit minimaal een 3-trapsraket worden, met een landing in 2050 met tussenstops in 2030 en 2040. Het aftellen is begonnen!!

"*" geeft vereiste velden aan

Stuur ons een bericht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Wij gebruiken cookies. Daarmee analyseren we het gebruik van de website en verbeteren we het gebruiksgemak.

Details