Tagarchief: Gerecycled Plastic

Acht multinationals pakken samen handschoen op ‘Snellere transitie naar circulair plastic’

plastic-bottles-388679
Lees het gehele artikel

Een integrale aanpak gericht op baanbrekende innovatie en samenwerking is nú noodzakelijk. Primair vanwege het milieu, tegelijkertijd biedt de transitie economische kansen voor de gehele waardeketen.

In de publicatie ‘Transition Time! A circular economy for plastics’ geeft de coalitie inzicht in de plastic uitdagingen, deelt ze innovatieve cases en geeft ze specifieke aanbevelingen om gezamenlijke actie te stimuleren. De publicatie werd in januari door Jan Peter Balkenende aangeboden aan het Nederlandse kabinet en Frans Timmermans, Executive Vicepresident European Commission & European Green Deal. “Een transitie van deze omvang vraagt om gedeelde waarden en de bereidheid van verschillende partners om een verantwoordelijke samenleving te creëren, waarin plastic – dat nu veel te vaak als afval wordt beschouwd – een bron vormt”, aldus Jan Peter Balkenende.

Frans Timmermans beaamde tijdens het in ontvangst nemen van de publicatie dat het plastic vraagstuk gezamenlijk aangepakt moet worden. “Deze publicatie is hoognodig: we willen in de EU de hoeveelheid plastics en de plastics die verbrand worden sterk verminderen en moeten het prijsverschil tussen nieuwe plastics en gerecyclede plastics overbruggen. We gaan daarop inzetten bij het herzien van verschillende richtlijnen.”

De voordelen van de transitie zijn enorm. In een circulaire economie zal de hoeveelheid plastic in het milieu radicaal verminderen. Tegelijkertijd neemt het energie- en waterverbruik flink af, evenals de CO2-uitstoot. Nieuwe technologieën kunnen worden opgeschaald naar innovatieve toepassingen, om ervoor te zorgen dat plastic als secundaire grondstof zijn waarde behoudt. Om gezamenlijk de keten te sluiten is samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven cruciaal. DSGC-leden beschrijven innovatieve cases uit de eigen praktijk, waarin zij laten zien hoe zij concreet bijdragen aan het sluiten van de plastic-keten samen met stakeholders. De gedeelde kennis & ervaring kunnen een inspiratiebron voor andere bedrijven vormen om ook te investeren in een circulaire economie. Om initiatieven te laten uitgroeien tot impactvolle duurzame oplossingen zijn zowel geharmoniseerd beleid alsmede een effectieve wettelijk kaders van groot belang, waarvoor de DSGC specifieke aanbevelingen deelt.  

Er zit een luchtje aan gerecycled plastic

nascheiden2 kopiëren
Lees het gehele artikel

Huishoudelijk kunststofverpakkingsafval kan thuis apart worden gehouden (bronscheiding) of later uit restafval worden gescheiden (nascheiding). Onderzoek van Wageningen Food & Biobased Research wijst nu uit dat er geen significant verschil is tussen de hoeveelheid moleculaire verontreiniging in gerecycled materiaal uit beide recyclesystemen. De onderzoekers richtten zich vooral op de geur van het gerecyclede verpakkingsmateriaal, omdat dat één van de merkbare effecten is van moleculaire verontreiniging.

De onderzoekers voerden uitgebreide analyses uit en legden gerecyclede folies uit bronscheiding en nascheiding voor aan een geurpanel. “Materialen uit beide recyclingwijzen bleken te geuren, maar op een andere manier”, licht onderzoeker Ingeborg Smeding toe. “Foliemateriaal uit bronscheiding ruikt vooral ranzig en nootachtig, terwijl het materiaal uit nascheiding met name aards en muf ruikt.” De opdrachtgevers, waaronder de gemeenten Utrecht, Den Haag en Amsterdam, nemen de uitkomst van het onderzoek mee in de keuze voor een toekomstig afvalinzamelsysteem.

Recyclewijze beïnvloedt geur

De bron- en nagescheiden folies werden tijdens het onderzoek op verschillende manieren gerecycled. “Om weer kunststofproducten te maken van verpakkingsafval, moet je het malen, wassen en onder druk samensmelten tot kunststofkorrels. Dat laatste noemen we extrusie. De invloed van de wastemperatuur, loogtoevoeging tijdens het wassen en het gebruik van vacuüm tijdens extrusie, op de uiteindelijke geur van het materiaal is onderzocht”, aldus Smeding.

De bron- en nagescheiden folies werden op verschillende materialen gerecycled, om te onderzoeken of het recyclingproces invloed heeft op de geur van het eindproduct. Dit proces bestaat uit de volgende stappen: het materiaal wordt gemalen, gewassen op verschillende manieren (koud/warm water en met/zonder loog). Vervolgens zijn m.b.v. een extrusieproces granulaat (korrels) geproduceerd, waar weer kunststof producten van gemaakt kunnen worden.

Er lijkt geen significant verschil te zijn tussen de hoeveelheid moleculaire verontreiniging in gerecycled materiaal uit bron- en nascheiding.

Zo bleek bij folies uit bronscheiding onder andere dat warm wassen met loog geen invloed heeft op de geur; wel is de concentratie van vluchtige stoffen afgenomen na extrusie. Bij foliemateriaal uit nascheiding heeft de recyclingwijze en extrusie volgens het geurpanel wel direct invloed op de geur. Bij verhitting door extrusie nadat het in koud water is gewassen, ruikt het materiaal scherp en verbrand. Terwijl die geur bij verhitting na wassen in warm water en/of met loog niet ontstaat. Het gewassen foliemateriaal ruikt dan juist aards en muf en bij gebruik van loog zeepachtig.

Ondanks wassen blijft gerecycled materiaal dus geuren, zowel bij bronscheiding als nascheiding. De uiteindelijke keuze voor een inzamelsysteem zal afhangen van de bredere context waarin veel factoren een rol spelen: niet alleen de technische aspecten, maar ook economische en sociaal maatschappelijke factoren.

Op basis van dit verkennende onderzoek lijkt er geen significant verschil te zijn tussen de hoeveelheid moleculaire verontreiniging dat aanwezig is in gerecycled materiaal uit bron- en nascheiding.