Tagarchief: recyclingbranche

Grootste one-stop-shop voor slijtproducten

Geha-Laverman_lassen_werkplaats2-1536×1024-kopiëren
Lees het gehele artikel

Hergebruik van grondstoffen, cyclisch ondernemen, milieuproblematiek, toenemende druk op de recyclingbranche, aanvoervolumes worden steeds groter, de verwerkingstijd korter. Als grootste leverancier van slijtproducten weet Geha Laverman als geen ander wat er speelt. Meer dan dertig specialisten met ruime ervaring van machineparken en recyclingconfiguraties onderhouden intensief contact met klanten in de hele Benelux. 

Geha Laverman BV is ontstaan uit de samenwerking van de bedrijven Geha en Laverman. Geha Laverman is als Hardox Wearparts Center de grootste van de wereld. Een one-stop-shop als het aankomt op bouw en levering van slijtstukken voor industrie, grondverzet en recycling.

Omdat stilstand te allen tijde moet worden voorkomen, is de on-site voorraad van slijtdelen cruciaal. Geha Laverman kan de logistiek daarvan overnemen in combinatie met de monitoring van de efficiency van het machinepark. Daarmee kunnen onderhoud, reparaties en revisies worden gepland.

Geha Laverman in Alphen a/d Rijn is voorraadhouder van de meest uiteenlopende slijtdelen. Gietdelen van het prestigieuze Magotteaux en een gamma zeefdekken uit kunststof/polyurethaan en verenstaaldraad kunnen vaak direct uit voorraad worden geleverd. De werkplaats van Geha Laverman in Zaandam levert maatwerk, beschikt over zeer uitgebreide faciliteiten om op specificatie slijtdelen van Hardox-plaatmateriaal (hardheid 400 tot 600 Brinell) te vervaardigen, waarbij ook one-of-a-kind projecten geen enkel probleem vormen. 


Van post-consumer harde plastics tot hoogwaardige grondstof

Van Werven recyclet harde plastics op verschillende vestigingen in Europa en brengt het terug als hoogwaardige secundaire grondstof voor de maakindustrie. We sorteren, scheiden, reinigen en malen. Onze grondstof leveren we aan de kunststofindustrie in Europa. Van Werven produceert maalgoed op klantspecificatie in grote volumes en van hoge, constante kwaliteit. 

Arne Herpoele is een van de medewerkers die je op de Vakbeurs Recycling in Gorinchem kunt treffen. “Je bent van harte welkom op onze stand. Ik vertel je graag meer over ons proces en de verschillende kunststoffen die we aannemen. We zeggen niet enkel ‘ja’ tegen bijvoorbeeld PE en PP, maar ook tegen PVC, ABS en PS. Met onze recyclingcapaciteit besparen we veel CO2: om precies te zijn 400 miljoen kilogram. Dat staat gelijk aan de besparing van 250.000 elektrische auto’s. 

Wil je meer weten? We ontmoeten je graag op stand C106!”


Nieuwe optische scheider voor kabelrecycling

Bronneberg neemt voor de 11de keer deel aan de Vakbeurs Recycling in Gorinchem. Tijdens deze editie van de beurs heeft Bronneberg gekozen voor een iets kleinere stand. Er zullen minder machines tentoon worden gesteld dan voorheen, maar de focus zal eerder liggen op het videomateriaal wat op de schermen worden getoond.

Hiermee zal Bronneberg haar bekende producten en diensten laten zien maar tevens een aantal nieuwe producten presenteren.  

Nieuw voor Nederland en België is de recent gestarte vertegenwoordiging van Iris-Mec depollutie-systemen. Op de internationale markt is Iris-Mec reeds een bekende speler echter voor de Benelux en Duitsland was hiervoor nog geen echte verdeler. Iris-Mec nu dus bij Bronneberg.

Een volgende ‘nouveauté’ is de Bronneberg ‘optische scheider’ voor kopergranulaat. Een nieuwe innovatie met name interessant voor de kabelrecyclingbranche. Deze nieuwe scheider is in staat kopergranulaat op een 99 procent zuiverheid te brengen. 

Bezoek stand nummer H124 van Bronneberg en maak kennis met deze nieuwe producten!


Vroegtijdige branddetectie en automatische blussystemen

BLW Visser demonstreert op de Vakbeurs Recycling diverse opties voor het vroegtijdig detecteren van broeibranden en branden in het algemeen. De systemen zijn meer dan een oplossing met infraroodcamera’s: deze systemen zijn intelligent en hebben hun werking bewezen. Als enkel een infraroodcamera wordt toegepast, is dat niet meer dan een vlammendetector. BLW Visser weet echter ook hoe je dit systeem correct inzet. En dat kan alleen met de aanvullende intelligentie.

De systemen zijn dan ook voorzien van een VdS Approval en zijn gepatenteerd. Wees gerust: een brand is bij BLW Visser verzekerd in goede handen!

Sinds 2020 heeft verzekeraars collectief VdS het systeem voorzien van hun goedkeuring voor het gebruik als voortijdige branddetectie. Nieuw is de software update waardoor automatisch geblust kan worden, nauwkeurig gericht op de vuurhaard of broeiplek.

Het systeem is uit te breiden met afstandsmeting en rookdetectie. Met dit systeem zijn foute en onnodige meldingen tot een minimum (zelfs nul) te reduceren.

Recyclingbranche lijdt onder oneerlijke concurrentie

Power,Of,The,Money,Concept.,Chess,Pawn,Standing,On,The
Lees het gehele artikel

“De recyclingbranche trekt aan het kortste eind. Oneerlijke concurrentie door het goedkoper aanbieden van primaire grondstoffen is aan de orde van de dag – aldus Michel Scholte, Minister van de nieuwe economie. Hij roept de gehele branche op om zich hard te maken voor het ontwikkelen van circulaire materialen en zicht te verdiepen in het zuiveren en het ontwikkelen van nieuwe secundaire grondstoffen. Te stoppen met het accepteren van de rol van het afvalputje en samen de handen ineen te slaan.

Wat is true pricing?

De productie van alles wat wij nodig hebben, belast het milieu. Om de kosten te drukken,  is de productie in het verleden verhuisd naar landen waar dit goedkoper was dan in Nederland. En dan nog, als je het weer terug verhuist naar Nederland, zul je nog niet de werkelijke prijs betalen voor  dit product.

De externaliteiten zijn niet of nauwelijks in de prijs meegenomen. Externaliteiten zijn verborgen kosten, in de vorm van negatieve impact op mens en milieu. Denk aan vervuiling van lucht, water en landbouwgrond of uitputting van grondstoffen, zoals metalen, olie en gas. De true price van een bepaald product = marktprijs + sociale kosten en milieukosten.

Rekenvoorbeeld:

Stel, je koopt een product van € 5,- in de winkel. Jij bent een paar euro’s lichter, maar dat bedrag dekt niet de volledige kosten van het product, omdat de externaliteiten niet zijn meegerekend. Om het product te maken, is er bijvoorbeeld 10 kilogram CO2 uitgestoten. Daarnaast is er 50 liter water vervuild en gemiddeld vindt er een arbeidsongeval plaats per 30.000 gemaakte producten. Met het True pricing-model kun je berekenen wat het kost om deze schade en dit letsel te herstellen. In dit geval moet de CO2-uitstoot worden gecompenseerd: deze kosten zijn € 0,10 per kilogram (in totaal € 1,-). Vervuild water kan worden gereinigd voor € 0,01 per liter (in totaal € 0,50). En de som van de medische kosten en het verlies aan welzijn is € 15.000,- per ongeval (dat is € 0,50 per product). Nu weet je dat de échte prijs niet € 5,- maar € 7,- is.

Open source berekening

De True price foundation stelt deze berekening open voor iedereen die er gebruik van wil maken. Door materialen te voorzien van een true price, zal er een nieuw business model ontstaan, dat vele kansen biedt en op langere termijn voordelen meebrengt.

Doodlopende weg

Veel branches kampen al jaren met het probleem van een te lage verkoopprijs per product. Het ophogen van de prijs wordt niet geaccepteerd en belemmert de ontwikkeling van onder andere duurzamere en circulaire oplossingen. De afval- en recyclingbranche blijft momenteel nog te afhankelijk van de producten die worden aangeboden. De prijs van primaire grondstoffen is te laag, waardoor secundaire grondstoffen hier geen waardige concurrentie aan kunnen bieden. “We moeten de economie resetten en zuiveren, ons richten op herstel, compenseren, preventie en beboeten. De huidige financiële prikkel leidt naar een doodlopende weg.” – aldus Michel Scholte.

Voor de toekomst van de wereld waar we in leven, alsook onze economie en het voortbestaan van bedrijven, zullen er stappen gemaakt moeten worden. Materialen en producten tegen een werkelijker prijs in de markt zetten is een belangrijk onderdeel daarvan.

Bronnen:

Met minimale investering zoveel mogelijk verspilling tegengaan. Duizendpoot in de gehele grondstoffenketen

IFE-Sort-met-doseer-trilgoot-en-bunker
Lees het gehele artikel

Van staalfabrieken, kolen op- en overslag, zand- en grindbedrijven, kunstmestfabrieken tot banketbakkers, TBK Group draait er zijn hand niet voor om. De Groep is dan ook actief op drie verschillende vlakken: het transporteren, zeven en scheiden van allerlei materiaal, stofbestrijding en niet onbelangrijk: het tegengaan van verspilling. Zo ook in de recyclingbranche. Managing director Wijnand van de Vendel en sales manager Alex Budding doen uit de doeken op welke manier TBK Group van meerwaarde kan zijn voor de recyclingbranche.

“Vervuiling en verspilling zijn voor recyclingbedrijven belangrijke onderwerpen”, stelt Budding. “Want bij een beetje afvalverwerker loopt een op het oog verwaarloosbaar percentage aan verspilling al gauw in de tonnen aan misgelopen inkomsten. Dat wil je dus voorkomen.”

Binnen TBK Group is dat de verantwoordelijkheid van de divisie Spillage Control. Die levert oplossingen voor het minimaliseren van vervuiling van transportbanden. “En dat doen we voor onder andere vuilververbrandingsbedrijven tot kolen op- en overslagbedrijven”, legt Budding uit. “Vervuiling van transportbanden zorgt namelijk voor extra slijtage aan componenten van de machines en transportsystemen. Wat kan leiden tot scheefloop. En niet te vergeten productverlies.”

Van de Vendel vult aan: “In Amsterdam bijvoorbeeld wordt huisvuil niet gescheiden ingezameld, waardoor er veel organisch natte fractie in het afval zit. Dat plakt allemaal, is eigenlijk verschrikkelijke troep. En dat verstoort het recyclingproces bij afvalverwerker AEB. Er wordt weliswaar geprobeerd om die fractie af te zeven, maar dat lukt nog niet altijd even goed. Dus is het zaak om die natte fractie op een andere plek af te vangen zodat het niet in de productstroom blijft zitten. In feite is onze oplossing daarmee een onderdeel van het scheidingsproces geworden.”

Nuttige grondstof

Budding: “Daarbij is het ook nog eens zo dat organische natte fractie wordt opgevangen om vergist te worden. Dus als dat tussen het andere afval blijft zitten, spreek je over pure verspilling van een nuttige grondstof. Je mist dan inkomsten.”

Een andere reden om transportbanden bij recyclingbedrijven goed schoon te houden is dat een vieze band het scheidingsproces kan verstoren, stelt Budding. “Wanneer een transportband niet goed schoongehouden wordt, kan er verkleuring van de band optreden. In plaats van zwart kleurt de band door de vervuiling grijs. Dat kan er voor zorgen dat een afvalscheider – die immers met lasers werkt – minder goed functioneert.”


TBK Spillage Control levert inmiddels aan een tweetal grote afvalverwerkers systemen om vervuiling en verspilling tegen te gaan, maar Budding en Van de Vendel bemerken enige koudwatervrees bij andere bedrijven. Van de Vendel: “Wat je ziet in de markt is dat een schraper om een transportband schoon te schrapen altijd een sluitpost is. Een ondergeschoven kindje eigenlijk. Of een noodzakelijk kwaad. Men geeft daar het liefst zo weinig mogelijk geld aan uit en het krijgt niet de aandacht die het verdiend. Zelfs niet bij de aanschaf van een nieuwe machine. Wij willen spillage control naar een hoger niveau brengen. En duidelijk maken dat je de investering in een goede schraper heel snel terugverdiend. Sterker nog, je gaat er geld mee verdienen. Want je hebt minder last van slijtage, een proces dat beter draait, minder opruimkosten en minder gevaarzones op de vloer.”


“En minder frustratie op de werkvloer”, vult Budding aan. “Want wij horen regelmatig dat medewerkers van een technische dienst soms wel twee uur per dag met een bezem in de hand staan om de vloer schoon te houden. Dat is niet nodig.” Budding: “Wat ons onderscheid van andere schraapsystemen is de eenvoud. Ik kom wel eens andere systemen tegen die behoorlijk ingewikkeld in elkaar zitten. Ons systeem is zo simpel dat een kind het onderhoud ervan kan uitvoeren, bij wijze van spreken. En dat betekent dat onze klanten veel onderhoud gewoon zelf kunnen doen. Groot onderhoud en vervanging van onderdelen doen wij nog wel, maar het afstellen en finetunen van onze schrapers is zo makkelijk dat bedrijven dat zelf kunnen.

Schoon

TBK Spillage Control levert weliswaar verschillende typen schrapers, afhankelijk en aangepast aan de soorten transportbanden, maar de bediening is altijd identiek, legt Budding uit. “En”, zo vult Van de Vendel aan. “De lijstschraper met tegendrukrollen van het type 500serie die veel bij afvalverwerkingsbedrijven worden ingezet zorgen ervoor dat de schraper voldoende druk op de band houdt.” 

Budding: “En waar andere systemen maar één tegendrukrol toepassen, werken wij met meerdere individuele rollen, die elk onafhankelijk van elkaar de tegendruk op de band tegen de lijstschraper optimaliseren. Dit zorgt ervoor dat het contact van de transportband tegen de lijstschraper optimaal blijft en hierdoor is de bandreiniging perfect.  Ofwel: spillage in control’”

Iedereen bij TBK is technisch onderlegd. De monteurs natuurlijk, maar ook de vertegenwoordigers en de directie. Van de Vendel: “Ook ik steek nog graag de handen uit de mouwen en als het moet sta ik ook gewoon bij klanten aan machines te sleutelen. Op die manier proberen we een gestructureerd, kwalitatief hoogstaand maar ook informeel bedrijf te zijn dat zijn klanten en de behoeftes van die klanten kent.”  

Van de Vendel vult aan: “In Amsterdam bijvoorbeeld wordt huisvuil niet gescheiden ingezameld, waardoor er veel organisch natte fractie in het afval zit. Dat plakt allemaal, is eigenlijk verschrikkelijke troep. En dat verstoort het recyclingproces bij afvalverwerker AEB. Er wordt weliswaar geprobeerd om die fractie af te zeven, maar dat lukt nog niet altijd even goed. Dus is het zaak om die natte fractie op een andere plek af te vangen zodat het niet in de productstroom blijft zitten. In feite is onze oplossing daarmee een onderdeel van het scheidingsproces geworden.”

“Vervuiling en verspilling zijn voor recyclingbedrijven belangrijke onderwerpen”, stelt Budding. “Want bij een beetje afvalverwerker loopt een op het oog verwaarloosbaar percentage aan verspilling al gauw in de tonnen aan misgelopen inkomsten. Dat wil je dus voorkomen.”

Binnen TBK Group is dat de verantwoordelijkheid van de divisie Spillage Control. Die levert oplossingen voor het minimaliseren van vervuiling van transportbanden. “En dat doen we voor onder andere vuilververbrandingsbedrijven tot kolen op- en overslagbedrijven”, legt Budding uit. “Vervuiling van transportbanden zorgt namelijk voor extra slijtage aan componenten van de machines en transportsystemen. Wat kan leiden tot scheefloop. En niet te vergeten productverlies.”

Instortbunker met trilgoot van IFE.

Nuttige grondstof

Budding: “Daarbij is het ook nog eens zo dat organische natte fractie wordt opgevangen om vergist te worden. Dus als dat tussen het andere afval blijft zitten, spreek je over pure verspilling van een nuttige grondstof. Je mist dan inkomsten.”

Een andere reden om transportbanden bij recyclingbedrijven goed schoon te houden is dat een vieze band het scheidingsproces kan verstoren, stelt Budding. “Wanneer een transportband niet goed schoongehouden wordt, kan er verkleuring van de band optreden. In plaats van zwart kleurt de band door de vervuiling grijs. Dat kan er voor zorgen dat een afvalscheider – die immers met lasers werkt – minder goed functioneert.”


TBK Spillage Control levert inmiddels aan een tweetal grote afvalverwerkers systemen om vervuiling en verspilling tegen te gaan, maar Budding en Van de Vendel bemerken enige koudwatervrees bij andere bedrijven. Van de Vendel: “Wat je ziet in de markt is dat een schraper om een transportband schoon te schrapen altijd een sluitpost is. Een ondergeschoven kindje eigenlijk. Of een noodzakelijk kwaad. Men geeft daar het liefst zo weinig mogelijk geld aan uit en het krijgt niet de aandacht die het verdiend. Zelfs niet bij de aanschaf van een nieuwe machine. Wij willen spillage control naar een hoger niveau brengen. En duidelijk maken dat je de investering in een goede schraper heel snel terugverdiend. Sterker nog, je gaat er geld mee verdienen. Want je hebt minder last van slijtage, een proces dat beter draait, minder opruimkosten en minder gevaarzones op de vloer.” 

“En minder frustratie op de werkvloer”, vult Budding aan. “Want wij horen regelmatig dat medewerkers van een technische dienst soms wel twee uur per dag met een bezem in de hand staan om de vloer schoon te houden. Dat is niet nodig. ”Budding: “Wat ons onderscheid van andere schraapsystemen is de eenvoud. Ik kom wel eens andere systemen tegen die behoorlijk ingewikkeld in elkaar zitten. Ons systeem is zo simpel dat een kind het onderhoud ervan kan uitvoeren, bij wijze van spreken. En dat betekent dat onze klanten veel onderhoud gewoon zelf kunnen doen. Groot onderhoud en vervanging van onderdelen doen wij nog wel, maar het afstellen en finetunen van onze schrapers is zo makkelijk dat bedrijven dat zelf kunnen.”

Schoon

TBK Spillage Control levert weliswaar verschillende typen schrapers, afhankelijk en aangepast aan de soorten transportbanden, maar de bediening is altijd identiek, legt Budding uit. “En”, zo vult Van de Vendel aan. “De lijstschraper met tegendrukrollen van het type 500serie die veel bij afvalverwerkingsbedrijven worden ingezet zorgen ervoor dat de schraper voldoende druk op de band houdt.” 

Budding: “En waar andere systemen maar één tegendrukrol toepassen, werken wij met meerdere individuele rollen, die elk onafhankelijk van elkaar de tegendruk op de band tegen de lijstschraper optimaliseren. Dit zorgt ervoor dat het contact van de transportband tegen de lijstschraper optimaal blijft en hierdoor is de bandreiniging perfect.  Ofwel: spillage in control’”

Iedereen bij TBK is technisch onderlegd. De monteurs natuurlijk, maar ook de vertegenwoordigers en de directie. Van de Vendel: “Ook ik steek nog graag de handen uit de mouwen en als het moet sta ik ook gewoon bij klanten aan machines te sleutelen. Op die manier proberen we een gestructureerd, kwalitatief hoogstaand maar ook informeel bedrijf te zijn dat zijn klanten en de behoeftes van die klanten kent.”

De gehele keten 

TBK Group kent naast Spillage Control nog drie bedrijfsonderdelen: IFE Bulk, DCP Benelux en TBK Services. Met die vier divisies bestrijkt het bedrijf uit Renswoude praktisch de gehele grondstoffenketen. IFE Bulk is sinds 1996 exclusief dealer voor de Benelux van IFE Aufbereitungstechnik GmbH, een toonaangevende en wereldwijd opererende fabrikant van trilgoten, zeefmachines, magneetscheiders en recyclingmachines.

IFE Bulk levert niet alleen de machines die een klant naar aanleiding van een zelfbedachte layout nodig heeft, maar denkt ook mee over de meest geschikte layout van een verwerker.  Van Vendel: “In feite kunnen we een volledige scheidingsinstallatie ontwerpen, maken en leveren met onderdelen die allemaal uit dezelfde Oostenrijkse fabriek komen.” Maar IFE Bulk draait zijn hand ook niet om voor het volledig custom made bouwen van machines. “In nauw overleg met de fabriek in Oostenrijk kunnen we zo betrekkelijk snel en echt niet voor de hoogste prijs helemaal op maat gemaakte oplossingen bieden.”


DCP Benelux is het bedrijfsonderdeel van de TBK Groep dat oplossingen maakt voor het beheersen en minimaliseren van stofemissie. “Maar niet vaak voor de recycling”, zegt Van Vendel. “Daar zijn onze oplossingen eigenlijk te duur voor.


Het bedrijfsonderdeel TBK Services verzorgt de engineering, het ontwerp, de plaatsing en het onderhoud van alle systemen.

Certificeerder Normec ziet verschuiving richting circulair en duurzaam.

AdobeStock_246527112
Lees het gehele artikel

En dat heeft zijn weerslag op het soort certificaten dat aanbestedende partijen vraagt aan opdrachtnemers. Arjen Werkmeester, commercieel directeur bij Normec Certification, ziet nog en andere trend: “De nadruk bij certificering ligt steeds minder op controle, maar op bewustzijn creëren.”

De markt verandert continu. Ook in de sloop en recyclingbranche zijn verschillende trends en ontwikkelingen gaande. Wat zijn de belangrijkste op het gebied van certificeren?

“Je ziet een duidelijke verschuiving optreden naar duurzaamheid, milieu en CO2-reductie. Daar is veel aandacht voor. Een andere belangrijke trend is circulariteit. In de sloopbranche zie je op dit moment een enorme vraag naar alles wat met circulair slopen te maken heeft. Een aantal grote bestekschrijvers dicteert immers steeds vaker dat er circulair gesloopt en gebouwd moet worden. Dat zie je terug in de certificaten die wij afgeven. Vorig jaar heb ik het eerste Verificatiecertificaat ‘Circulair Sloopproject’ mogen uitreiken en er zullen dit jaar meer volgen. In dat kader is ook BRL 2506 relevant, de richtlijn die toeziet op het correct gebruik van recycling granulaten voor toepassingen in beton, wegenbouw, grondbouw en werken.”

Maar ook bewustzijn is een hot topic volgens Werkmeester. “Op het gebied van veiligheid bijvoorbeeld. Dat wil je meten en bedrijven kunnen dat doen met behulp van de Veiligheidsladder, ook wel bekend als de Safety Culture Ladder. Je stapt daarmee af van de klassieke manier van auditeren en certificeren, waarbij een bedrijf allerlei documenten moet laten zien om de borging en aantoonbaarheid op tafel te krijgen. Tegenwoordig focussen we veel meer op bewustzijn bij de medewerkers.”

Wie googlet op ‘certificering’ vindt tal van instanties die dat zeggen te kunnen. Waarom moeten bedrijven dan voor Normec Certification kiezen?

Normec Certification is onderdeel van de Normec Group, naar eigen zeggen “de nummer één instelling op het gebied van testen, inspecteren, certificeren en compliance”. Normec Certification helpt bedrijven in de sloop, recycling, bouw en infra aan certificaten waarmee bedrijven kunnen aantonen dat ze over de juiste papieren beschikken. Normec Certification biedt daarvoor 28 verschillende regelingen aan. Algemene certificaten zoals ISO9001 en ISO14001, duurzame certificaten zoals de MVO prestatieladder en CO2 prestatieladder en certificaten op het gebied van veiligheid. Denk hierbij aan de Veiligheidsladder die per 1 januari 2022 verplicht is gesteld.

“Vanwege onze deskundigheid, snelheid en transparantie. Klanten ontvangen binnen één werkdag een offerte en kunnen binnen één maand gecertificeerd zijn. De transparantie blijkt uit het feit dat in onze offertes nooit verborgen kosten, meerwerk of kleine lettertjes staan. We zijn marktleider voor bepaalde regelingen en al onze auditors komen uit de praktijk, dat is onze kracht. Wij kunnen 28 verschillende regelingen aanbieden: van algemene tot branchespecifieke regelingen. Dan wil je graag één aanspreekpunt, één auditor. En niet steeds een nieuw gezicht, waar je het verhaal opnieuw aan moet vertellen.” Een ander voordeel dat Werkmeester noemt is het klantportaal. “Bij ons hoef je niet oneindig documenten over en weer te mailen. Alles kan in het gebruikersvriendelijke portaal worden geüpload, waar zowel de klant als de adviseur toegang tot krijgt. Dat maakt het voor iedereen inzichtelijk, transparant, volgbaar en werkbaar.”

Normec Laboratorium, de zuster onderneming van Normec Certification, heeft ook een eigen Analyse Service, die ondernemers helpt met de controle van hun productieproces. “Wij analyseren de noodzakelijke onderzoekinspanning, die wordt voorgeschreven in de norm of BRL en maken daarop een monsternemings- en onderzoekprogramma en een optimale werkindeling”, legt Werkmeester uit. “De resultaten kunnen bedrijven inzien via het eerder genoemde portaal. Het biedt een permanent inzicht in het productieproces, altijd en overal.”  

Primeur voor gemeente Alphen aan den Rijn. Eerste 3D geprinte circulaire brug

geprinte-brug
Lees het gehele artikel

“Het is de eerste composietbrug in Europa die 3D geprint is. Daarnaast is het de eerste brug ter wereld die volledig circulair is!”, zo bericht de gemeente trots.

Thermoplast met glasvezels 

Thermoplast Composite Structures en Printbedrijf 10XL werken met een thermoplastische kunststof waarvan ze de precieze naam nog even voor zich houden. Het is een materiaal dat vanwege de grote chemische resistentie veel wordt toegepast in de (petro)chemische industrie en de offshore voor leidingen en beplatingen. Anders dan veel andere kunststoffen is het nauwelijks gevoelig voor UV-straling. Het is vooral ook mechanisch erg stabiel. Tot een temperatuur van 140 graden Celsius zijn de mechanische eigenschappen constant, daarna neemt de sterkte gestaag af. Het smeltpunt ligt op 180 graden, de printer warmt het op tot zo’n 220 graden. Composite Structures en printbedrijf 10XL mengen er korte glasvezels doorheen voor ze het naar de printkop sturen. Doorlopende wapeningsstaven zijn niet nodig. Omdat het materiaal na het printen afkoelt en krimpt is het zaak in één werkgang door te printen. Anders kloppen de coördinaten niet precies en weet de printkop niet waar hij het materiaal neer moet leggen. De 7 meter lange brug voor Alphen aan den Rijn werd in 90 uur onafgebroken geprint.

Artists impression van de brug.

De brug ligt bij Vliestroom en Stortemelk in de Stromenbuurt. De afgelopen maanden werkten Den Ouden Groep en Aannemersbedrijf Damsteegt samen aan het realiseren van deze 100% gerecyclede en recyclebare brug.

Den Ouden Groep en Aannemersbedrijf Damsteegt hebben beiden de ambitie om duurzame innovaties toe te passen in hun product- en dienstenaanbod. Deze ambitie sluit aan bij de duurzaamheidsambities uit het actieprogramma Duurzaamheid 2017-2020 van de gemeente Alphen aan den Rijn.

Vanuit deze ambitie en het gezamenlijk enthousiasme zijn de partijen de afgelopen maanden hard aan het werk geweest met het ontwerp-, productie- en testproces. Hiervoor werkten zij samen met de bedrijven Composite Structures en 10XL, die gespecialiseerd zijn in het 3D printen van grote objecten. 

De brug wordt geplaatst.

100 jaar

Honderd jaar. Zo lang moet de allereerste 3D-geprinte ‘afvalbrug’ van Europa minimaal meegaan. Dat zegt Geert Siereveld, directeur van het bedrijf Composite Structures. Zijn droom is werkelijkheid geworden met het plaatsen van een revolutionaire voetgangersbrug aan de Vliestroom in Alphen aan den Rijn.

Volgens hem bevat de constructie twee unieke elementen. Enerzijds is de brug helemaal geproduceerd met een 3D-printer. Anderzijds bestaat het bouwwerk grotendeels uit gerecyclede kunststoffen, oftewel plastic afval in de volksmond. Daarmee heeft Alphen een Europese primeur, meldt Siereveld. “Als je mondiaal kijkt, is die combinatie echt uniek”, stelt hij

Voor het project is nauw samengewerkt met het uit Dordrecht afkomstige 10XL, een specialist als het gaat om driedimensionaal printen. Maar het idee komt van Siereveld. “3D-printen heb ik niet uitgevonden, bruggen bouwen ook niet. Maar ik heb wel de link gelegd tussen die twee.

Het afgelopen halfjaar is de revolutionaire brug uiteindelijk gerealiseerd. Wie met een constructie van plastic afval vreest voor instortingsgevaar, komt bedrogen uit, vertelt Siereveld. “We hebben een situatietest gedaan, waarbij we de brug helemaal vol hebben gelegd met zandzakken. Dat staat gelijk aan 65 mensen van 80 kilogram.”

10-XL print ook straatmeubilair van gerecycled plastic.

Hergebruikt granulaat

De brug is de eerste composietbrug in Europa die 3D geprint is. Daarnaast is de brug ook volledig circulair wat betekent dat de brug gemaakt is van 100% gerecyclede grondstoffen en dat de geprinte brug ook 100% recyclebaar is. Hergebruikt granulaat, bestaande uit een combinatie van synthetische polymeren en glasvezel, dient als grondstof voor de brug. Aan het einde van haar levensduur kan de brug opnieuw verwerkt worden tot kunststofgranulaat en hergebruikt worden als grondstof voor een nieuwe toepassing.

De komende jaren vervangen Den Ouden Groep en Aannemersbedrijf Damsteegt in opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn 24 bruggen. Nadat de eerste 3D print brug geplaatst is, wordt onderzocht welke bruggen er nog meer vervangen kunnen worden voor een duurzaam, 3D geprint alternatief. 

Efficiëntie zorgt voor kostenbesparing en hogere producties

IMG_3057
Lees het gehele artikel

De ene week lekker schaatsen en de week erop met bijna 20° C fijn wandelen in de voorjaarszon. Helaas blijven de verandering rond COVID-19 erg langzaam gaan. Gelukkig wel weer enkele versoepelingen, echter, het blijft heel spannend hoe het zich de komende tijd gaat ontwikkelen. We willen graag sneller vooruit, de komende tijd gaan we zien hoe snel dit zal gaan.

Onze recyclingbranche blijft zeer druk op enkele takken na, zoals bijvoorbeeld de bedrijven die werkzaam zijn in de afvalstromen rond horeca- en beurs. Bij veel bedrijven is het zelfs af en toe te druk, waardoor efficiënt werken soms op de tweede plaats komt.

Het staat natuurlijk bij iedereen hoog op de agenda om zo efficiënt mogelijk te werken, zodat de producties gehaald kunnen worden en de kosten beheersbaar blijven. Met een positief bedrijfsresultaat als gevolg. Zonder positieve resultaten blijven de mogelijkheden uit om te investeren in de nieuwe technieken en ontwikkelingen die hard nodig zijn in onze branche. 

Om deze efficiëntieslagen te maken zijn er vele wegen die naar Rome leiden. Van het eenvoudig veranderen van de rijroute op een locatie, waarbij voorkomen wordt dat er wachttijden ontstaan, tot het compleet nieuw opzetten van een op- en overslagsysteem, waarbij geproduceerde stromen direct in voorraadvakken terechtkomen.

Als iemand u wijst op mogelijkheden om anders of efficiënter te gaan werken is dat meestal geen kritiek. Processen en werkwijzen in de recycling ontwikkelen zich in vele jaren en worden vaak diverse malen aangepast en uitgebreid, waarbij het overzicht op de meest optimale werkwijze niet meer goed in beeld is.

Ook is het vaak lastig om af te stappen van een werkwijze die al vele tientallen jaren “gewoon zo gaat”. Een mooi voorbeeld hiervan is het gaan werken met mobiele op- en overslagsystemen van bijvoorbeeld Telestack. Door het inzetten van een mobiele transportband voor het opzetten van producten na een breker, zeef of shredder is direct te zien wat de resultaten zijn.

Geen dubbele handelingen meer, en ook niet meer het kapot rijden van geproduceerde stromen waarbij met zorg gemaakte fracties weer verkleind worden. Optimaal gebruik maken van de beschikbare oppervlakte en de laadschop kunnen inzetten bij andere werkzaamheden.

Dit lezende zouden dergelijke mobiele transportbanden eigenlijk niet meer aan te slepen moeten zijn. De realiteit is vaak is anders: “onbekend is onbemind” kunnen we hierbij zeker benoemen. Laat u dus adviseren over de mogelijkheden. Een test of demonstratie is snel georganiseerd, waarbij directe resultaten zijn te zien. Efficiëntie klinkt lastig maar kan echt eenvoudig zijn. 

Graag wil ik wederom afsluiten met: blijf gezond en dat de oude tijden weer snel realiteit mogen worden. Dit geldt natuurlijk niet voor het op- en overslaan van uw producten. 

Van Herwijnen Machinery begint jaar met leuke primeurs Pronar voorverkleiners zorgen voor grote capaciteit

Pronar-MRW-1300-in-actie
Lees het gehele artikel

Veel aandacht trekken vandaag de dag de enkel- en dubbelwals shredders, zoals de Pronar MRW 1.300 voorverkleiner met enkele wals en de MRW 2.1010 langzaamdraaiende shredder met dubbele wals, zo horen we van Jimmy van Herwijnen. Die meldt op de valreep nog een bijzondere primeur: de eerste in Nederland geleverde Pronar MRS 1.53 sneldraaier.

VGR Groep Almkerk had rond de jaarwisseling een leuke primeur met de komst van de 25 tons Pronar MRW 1.300 enkelwals voorverkleinende shredder. Die wordt ingezet om jaarlijks op een tweetal locaties 50.000 ton groenafval te verwerken. VGR Groep wilde vooral meer capaciteit en kreeg die ook. De 404 kW (550 pk) sterke Volvo Penta motor is zuinig met brandstof (35 l/uur onder vollast) en de directe aandrijving zorgt ervoor, dat 99% van het vermogen direct wordt overgebracht op de rotor. Maximaal vermogen dus en daardoor de gevraagde optimale capaciteit. Het is verder een flexibel inzetbare machine: door kamverlengers of korven kan iedere gewenste maat worden gedraaid.

Door de verschillende asconfiguraties en de mogelijkheid om alle instelling aan te passen is de Pronar MRW2.1010 voor bijna iedere toepassing geschikt.

Ook belangrijk blijkt de 75 cm ruimte onder de enkele wals met 3 meter lange as, waardoor opstoppingen verleden tijd zijn. Door de zijplaat van de tegenkam volledig weg te klappen is de rotor vrij toegankelijk vanaf de zijkant en dat maakt het wisselen van 42 beitels heel gemakkelijk. Door de bijzonder lage invoerhoogte van 2,85 meter is beladen met behulp van een shovel mogelijk zonder hoogkiepbak. Tot de standaarduitrusting behoort afstandsbediening, Cleanfix op radiateur en oliekoeler plus een automatisch smeersysteem (Groeneveld). Opties zijn een magneetband en het zelfcrawling systeem om de machine mee te verplaatsen. De Pronar MRW 1.300 is leverbaar als getrokken aanhanger en met rupsonderstel. 

Dubbele wals

De 41 tons Pronar MRW2.1010 met zijn 565 kW (770 pk) sterke Volvo Penta motor is in velerlei opzicht de grotere broer van de MRW 2.85. In tegenstelling tot de MRW 1.300 is deze robuuste langzaamdraaier voorzien van dubbele assen (elk 2,5 meter lang). Door de verschillende asconfiguraties en de mogelijkheid om alle instelling aan te passen is hij voor bijna iedere toepassing geschikt, denk aan: groenafval / sloophout / aluminium / bouw- en sloopafval / harde kunststoffen enzovoort. Er zijn verschillende typen walsen verkrijgbaar en de automatische reiniging van de assen is standaard. Als opties zijn een magneetband en werkverlichting rondom toe te voegen. Ook bij de MRW2.1010 is het onderhoud gemakkelijk, dankzij de grote deuren, de ruimte rondom de motor en niet te vergeten de inspectieluiken onder de shredderwalsen. Door zijn rupsonderstel is de 41 ton zware en 9,5 meter lange machine gemakkelijk te verplaatsen, zelfs op wat zachtere ondergronden.

Toonaangevend

Pronar is één van de grootste en meest toonaangevende machinebouwers uit Oost-Europa. Het wereldwijd actieve Poolse bedrijf maakt voor elk te verkleinen product inmiddels wel één of meerdere machines. Als exclusief importeur heeft Van Herwijnen Machinery BV met de Pronar enkel- en dubbelwals voorverkleiners een breed assortiment aan langzaamdraaiende voorverkleiners beschikbaar. Van Herwijnen is gevestigd in Kerkdriel (NL) en wordt geleid door Jimmy van Herwijnen. Die ervaart Pronar als een zeer innovatief bedrijf, dat keer op keer met interessante vernieuwingen komt. Over de jongste primeur zegt hij: “We hebben hem vorig jaar al even kunnen testen en kunnen nu melden, dat de eerste productieversie van de Pronar MRS 1.53 Sneldraaier is aangekomen in Nederland.

De flinke ruimte onder de enkele wals voorkomt verstoppingen bij de MRW 1.300.

Sneldraaier

Na uitgebreide testrondes heeft Pronar vorig jaar de MRS 1.53 Sneldraaier in serieproductie genomen. Van Herwijnen Machinery BV heeft de machine toen al even in Nederland gehad om te testen. Dat leverde nog enkele aanpassingen op. De Pronar MRS 1.53 Sneldraaier is een omhoog draaiende shredderwals met 36 losse beitels. Een brede invoertafel van bijna 4,0 meter en de standaard lange uitvoerband van ruim 7 meter maken het een zeer gebruiksvriendelijke machine. Door het wisselen van de korven is er elk gewenst eindproduct mee te maken. Ook deze Sneldraaier van Pronar wordt aangedreven door een Volvo Penta motor, in dit geval met een vermogen van 390 kW (530 pk). Zoals elke Pronar-machine is hij standaard rijk uitgerust, met bijvoorbeeld Cleanfix op de radiateur en oliekoeler, een automatisch smeersysteem van Groeneveld en een uitgebreide afstandsbediening.  

Waarom een zeefmachine kopen als je er ook een kunt huren?

Lees het gehele artikel

Zijn klanten komen uit de grond- weg- en waterbouw en in groeiend aantal uit de recyclingbranche.

“Waarom een zeefmachine huren als je er ook een kunt kopen? Je kunt die vraag ook omdraaien”, zegt Rien van Laarhoven van ZEEFVERHUUR.NL .“Mijn klanten hebben verschillende redenen om een machine te huren. Soms omdat ze het apparaat maar één of twee dagen nodig hebben. Soms omdat ze hooguit een paar dagen per jaar hoeven te zeven. Of omdat ze tijdelijk extra capaciteit nodig hebben. Maar er zijn er ook bij die het jaar rond een zeefmachine bij ons huren. Die laatsten vinden het wel handig dat ze nergens omkijken naar hebben. Wij verzorgen het onderhoud en als er een keer iets stuk is, dan zetten we desnoods een andere machine neer. De klant hoeft zich in zo’n geval niet druk te maken over afschrijving, reparaties en onderhoud.”

Van Laarhoven verhuurt de – in volledig zwart gespoten huiskleur – zeefmachines in alle soorten en maten en van verschillende merken: trommelzeven, schudzeven en sterrenzeven van de merken Keestrack, Terex, Farwick en Kleemann. “Of je ze nu gebruikt in de grond- weg- en waterbouw of in de recycling. En of je er nu grond mee wilt zeven of puin , spoorballast, bouw- en sloopafval, metaal, compost of glas, ZEEFVERHUUR.NL geeft kundig advies over welke zeefmachine het meest geschikt is voor welke klus. Al weten veel bedrijven vaak zelf ook al heel goed welke machine ze nodig hebben.”

Bijzondere modellen

Van Laarhoven verhuurt vooral in Nederland en België, al werd er ook al eens een zeefmachine verhuurd aan een bedrijf in Marokko. “Maar dat was een uitzondering hoor”, lacht Van Laarhoven.

Tussen de bij ZEEFVERHUUR.NL beschikbare machines bevinden zich ook enkele bijzondere modellen. “Vanaf volgende week hebben we een heel mooi klein trommelzeefje van Zemmler in het assortiment.

Die past op een aanhanger en is heel geschikt voor de kleinere klusjes, bijvoorbeeld door hoveniers of op een golfbaan of camping.” Aan de andere kant van het spectrum zit de Terex Finlay 883 Triple Shaft. Daar zijn er maar 2 van in Nederland, waarvan één bij mij in de verhuur. De term Triple Shaft houdt in dat de zeefbox een drie-assige aandrijving heeft. Daardoor haalt hij een amplitude tot 18mm. Dit maakt deze vlakdekzeef perfect inzetbaar in moeilijkere en zwaardere materialen zoals klei, leemhoudend zand, freesasfalt, kolen, spoorballast of ijzererts. Daar waar conventionele zeefmachines het laten afweten en dichtslibben, gaat deze machine verder. Met een capaciteit van 600 ton per uur bovendien.”

De Terex Finlay Triple Shaft draait niet alleen op diesel maar ook elektrisch, iets dat ook de zeefmachines van Keestrack kunnen. Van Laarhoven is ervan overtuigd dat de vraag naar elektrisch aangedreven zeefmachines in de komende jaren flink zal toenemen. “Zeker wanneer opdrachtgevers het gaan verplichten. Maar eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat mijn klanten de kat nú nog een beetje uit de boom kijken. Die zien toch vooral de hogere huurprijs. Dat ze flink op brandstof kunnen besparen vinden ze minder belangrijk.”

Onderhoud

Van Laarhoven verzorgt het (preventief) onderhoud en de reparaties van het machinepark in eigen beheer en ook regelmatig op locatie; “zeefdekken of een trommel wisselen. Het is natuurlijk zwaar geschut en de machines krijgen het flink voor hun kiezen. Dan moet je er goed voor zorgen. Om die reden halen we ze ook wat eerder uit de verhuur. Vóórdat er gebreken gaan optreden en zodat er altijd frisse machines op een werk staan. Want ik heb ook geleerd dat klanten anders omgaan met een goed onderhouden machine dan met een oud barrel.” 

‘De circulaire economie is zoveel meer dan recycling alleen’

Hires-Renewi-Amersfoort8691
Lees het gehele artikel

Hoofddocent Gilbert de Raad legt uit wat de opleiding inhoudt en voor wie deze bedoeld is.

De Raad is naast zijn docentschap voor SBO werkzaam als Expert Circulaire Economie bij waste-to-product Renewi. Hij verdiepte zich in het afgelopen decennium in de ins en outs van een wereld waarin afval niet meer bestaat en brengt die kennis samen met een keur aan gastdocenten geanimeerd over op zijn leerlingen. Volgens De Raad is de opleiding Afval/Grondstoffenmanagement bedoeld en geschikt voor een brede doelgroep binnen de afval- en recyclingbranche. “Over het algemeen doen er  veel mensen met een functie bij de overheid mee. Gemeente- en provincieambtenaren die af en toe van baan wisselen, maar ook grote en kleine organisaties die zich bezighouden met afvalmanagement en duurzaamheid zoals Shell, ROCKWOOL en Omrin. Veel deelnemers zijn nieuw in de branche en willen zich inwerken. Voor hen is er heel veel te halen. Door de diversiteit van de deelnemers zie je ook dat men heel veel van elkaar leert. Dat krijgen we ook terug als feedback.”

Brede introductie

De vijfdaagse opleiding is “een brede introductie in de afvalbranche”, zegt De Raad. “Er speelt momenteel immers enorm veel. Tijdens de opleiding komt wet- en regelgeving aan bod, DIFTAR, scheiding van huishoudelijk afval maar ook het sluiten van materiaalketens. En we gaan behoorlijk diep in op het Europese en nationale wetgevingskader. En we behandelen de spelers in de markt, zowel de publieke als de commerciële. En we kunnen natuurlijk ook niet om aanbesteden heen. Want de afvalbranche is een echte aanbestedingsmarkt. Ik ga in een dagdeel ook in op gedragsverandering.”

Juist omdat we als gehele maatschappij voor enorme uitdagingen staan rondom klimaat, duurzaamheid en circulariteit is het volgens De Raad zo belangrijk dat professionals goed beslagen ten ijs komen in hun dagelijks werk. “We proberen daarom ook antwoorden te geven op vragen van cursisten en gaan soms behoorlijk diep in op praktische zaken die cursisten aandragen. Maar de markt rondom afval en recycling is momenteel zo in beweging en verandert zo snel dat de cursus bijna iedere nieuwe editie moet worden aangepast aan de actualiteit. Uiteindelijk betogen we deelnemers ook te bewegen om afval hoger op de R-ladder te krijgen en ze aan te zetten tot innovatie.”

Interventies

Misschien wel de grootste uitdaging is dat we in Nederland hebben afgesproken dat onze economie in 2050 volledig circulair is. Hoe denkt de Expert Circulaire Economie over die doelstelling? Is dat überhaupt haalbaar?

De Raad denkt van niet. “Volgens de laatste inzichten is Nederland nu voor 24,5% circulair. En met een aantal interventies kun je op 69,7% komen. Dat klinkt mij een stuk reëler in de oren dan 100%. En ik denk dat de meeste van onze deelnemers er net zo over denken. Kijk, jaarlijks wordt er  wereldwijd 100 biljoen ton grondstoffen uit de grond gehaald. 8,6% daarvan wordt gerecycled. Als we dat percentage voor 2032 weten te verdubbelen, dan blijven we waarschijnlijk onder de 2 graden opwarming van de aarde. En dat biedt perspectief, want een verdubbeling van het recyclingpercentage wereldwijd in 11 jaar tijd moeten we met elkaar kunnen realiseren. Zeker met alle innovaties die momenteel in de recyclingbranche plaats vinden. Nederland is daarin een koploper. Daar staan we uitgebreid bij stil in de opleiding.

‘Het was nog nooit zo leuk in de recyclingbranche’

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA
Lees het gehele artikel

“Waar het in feite op neer komt is dat ik mijn netwerk – dat ik 35 jaar heb opgebouwd – maximaal uitnut binnen mijn ondernemingen.”

InnoMax is een ingenieurs- en adviesbureau dat Duijn in 2003 is begonnen. Daarnaast startte Duijn drie jaar geleden met Du-Con Trade. Du-Con Trade handelt in recycling equipment. En onder Du-Con Trade valt het internetplatform UQuip, waarop nieuwe en  gebruikte recyclingmachines worden aangeboden. “Binnen UQuip werk ik samen met Scratch Recycling Solutions uit Enschede. Samen met eigenaar Rik Schram hebben wij een overlappend netwerk dat elkaar versterkt. Op dit moment worden er best een aantal projecten geannuleerd en wij krijgen daardoor complete sorteer- en recyclinginstallaties aangeboden die we via UQuip weer op de markt zetten. Die verkopen we onder de naam Du-Con Trade en met InnoMax verzorgen we daarbij de layout- en projectengineering”, zo legt Duijn uit. “De combinatie van die drie activiteiten geeft ons werk extra impact.” 

Du-Con Trade verhandelt overigens niet alleen hardware, maar is ook actief in de commodity trade. “We beschikken over een VIHB-certificaat en mogen dus wereldwijd bemiddelen in grondstoffen en halffabrikaten.” 

Cees Duijn: “Met slim combineren creëer je meerwaarde”.

“Met InnoMax probeer ik de vraag van een klant te vertalen naar een standaardoplossing. Een combinatie van die standaardoplossingen kan in een proces of systeem heel innovatief zijn. Daardoor wordt je foutenmarge veel lager omdat de standaardoplossingen hun nut al hebben bewezen. Door slim te combineren creëer je meerwaarde. Groot voordeel is dat ik me nooit beperk tot een specifiek type machine of één merk.”

Waan van de dag

Duijn beziet de lange termijn. Weliswaar ziet hij ook dat de bergen plastic recyclaat op dit moment fors groeien wegens de lage olieprijs, maar hij weigert dat te zien als een daadwerkelijk probleem. “Het is korte termijn denken, de waan van de dag. We hebben – op Europees niveau zelfs – afspraken gemaakt en akkoorden gesloten. We kunnen nu niet stoppen met het scheiden en terug op de markt brengen van die afvalstromen omdat het even wat moeilijker gaat. Dit is slechts een hick-up. Want het beleid voor de komende tien jaar in heel Noordwest Europa is er op gericht om langjarig recyclingproducten terug te brengen in de markt. Daar zijn subsidies voor en wet- en regelgeving. Bedrijven kunnen dus met een gerust hart in recyclingtechnieken blijven investeren.”

Duijn constateert dat het fysisch recyclen tegen zijn grenzen aan begint te lopen. “Het wordt weliswaar langzaam hightech met robots en AI, maar het blijft fysiek scheiden en heel veel beter dan wat we nu al kunnen wordt het niet. Met Du-Con  Trade en InnoMax zetten we daarom ook steeds meer in op chemische recycling. Uiteindelijk zullen we in staat zijn om kunststof of zelfs hout te vergassen en te condenseren tot verschillende soorten olie. En van die olie kunnen we weer primaire kunststoffen maken. En dat is pas echt circulair. Niet voor niets vind ik dat het nog nooit zo leuk was in de recyclingbranche.”