Tagarchief: Vereniging Afvalbedrijven

Innovaties binnen de Nederlandse afvalsector

Bas-Cornelissen-AVR
Lees het gehele artikel

Een breed scala aan technologische vernieuwingen heeft het afvalbeheer in Nederland naar een hoger plan getild. In een serie artikelen zet de Vereniging Afvalbedrijven innovaties bij haar leden ‘in the picture’. Een deskundige binnen het bedrijf vertelt over de innovatie, en over de eigen drijfveren en passie voor het vak. De afvalbranche is een interessante werkgever waar mensen werken aan oplossingen voor de maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, zoals klimaatverandering, schaarse grondstoffen en de circulaire economie.

Natuurlijke plasticvervanger uit afvalwater

Dennis Froeling, businessontwikkelaar bij HVC, vertelt in aflevering 1 over de PHA-demonstratie­fabriek in Dordrecht. In een reactor zetten bacteriën voedingsstoffen uit afvalwater om in PHA (polyhydroxyalkanoaat), een natuurlijke plastic­vervanger die biologisch afbreekbaar is. PHA bestaat al langer, maar wordt meestal gemaakt uit oliën. HVC gebruikt rest­stromen die continu variëren van samen­stelling en levert een constant eindproduct. HVC werkt binnen het innovatieve project samen met water­schappen en kennis­instellingen. De demo-fabriek produceert voldoende materiaal waarmee potentiële af­nemers het kunnen testen in hun productie­proces. Belangrijke drijfveer van de partijen is het tegengaan van microplastics in het milieu. Het product van HVC breekt af in de bodem en kan fossiele plastics vervangen.

De maatschappelijke relevantie was voor Froeling reden om bij de afvalsector te gaan werken. Inmiddels werkt hij er twintig jaar en nog altijd blijft het werk vernieuwend. “Het blijft uitdagend en urgent, zeker nu we als sector een stap moeten zetten naar een duurzame en circulaire economie.”

Dennis Froeling

Nascheiding levert grote gemeenten hoger rendement

In de tweede aflevering gaat Bas Cornelissen, accountmanager bij AVR, in op de innovaties binnen de moderne nascheidingsinstallatie in Rotterdam. Technologie is het hart van het bedrijf. De installatie bestaat uit vlakzeven, schudzeven, windshifters, ballistische scheiders, schredder en near-infraroodscanners. In de installatie die 24/7 draait, worden drie stromen gescheiden: verpakkingsafval, folies en drankenkartons. Jaarlijks benut AVR meer dan 32 duizend ton aan secundaire grondstoffen. Nascheiden is niet nieuw, maar AVR weet het proces en het rendement alsmaar te verbeteren. Met innovaties richt het bedrijf zich op meer kunststof verpakkingen uit het restafval en een hogere kwaliteit van de stromen.

“CO2-reductie en circulariteit staan hoog op de agenda. De vraag naar innovaties is groot. Dat maakt ons werk uitdagend en enerverend”, zegt Cornelissen. “We denken visionair. Met welke innovaties en businesscases kunnen we adequaat reageren op de doelen die op ons afkomen? Daar werken we elke dag aan.”  

Erik Goldberg

Bio-LNG uit organische reststromen maakt transport duurzamer

Aflevering 3 gaat over de Bio-LNG-installatie van Renewi in Amsterdam. Erik Goldberg, Manager Organics: “Binnen Renewi werken we met elkaar aan een schonere wereld. Nieuwe mensen die bij ons komen werken, zeker jongeren, vinden dat essentieel. Ze willen relevant werk doen en bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Met onze Bio-LNG-installatie doen we dat bij uitstek. Onze biobrandstof levert een bijdrage aan de energietransitie, een belangrijke opgave in deze tijd van klimaatverandering, op­lopende spanningen met Rusland en de aardbevingen in Groningen.” 

Bio-LNG is een vloeibare biobrandstof uit orga­nisch materiaal. Voor de installatie bundelen drie ketenpartners de krachten. ‘Over-de-datum-producten’ van organische oorsprong, zoals producten die niet zijn verkocht voor de uiterste verkoopdatum en etensresten uit restaurants en voedingsindustrie, worden door Renewi vergist tot biogas. Nordsol zet dat vervolgens om in Bio-LNG. Shell zorgt voor de verkoop van de biobrandstof via eigen LNG-tankstations. Door het omzetten van het biogas voorziet Renewi Organics in de regio zo’n 15.000 huishoudens van warmte en elektriciteit. 

Elke maand verschijnt een artikel van deze serie op www.verenigingafvalbedrijven.nl.

Verdere kwaliteitsverbetering AEC-bouwstoffen voor circulaire toepassing

Toeslagmateriaal-in-beton
Lees het gehele artikel

Jaarlijks blijft zo’n twee miljoen ton aan bodemas achter in de ketels van Nederlandse afvalenergiecentrales (AEC’s). Dit residu kent een breed scala van toepassingen. Het zand en granulaat uit AEC-bodemas wordt opgewerkt naar een vrij toepasbare bouwstof als fundering en ophoogmateriaal in wegenbouwprojecten. Ook dient het als toeslagmateriaal in betonproducten, zoals stenen, stoeptegels en trottoirbanden. Een goed circulair voorbeeld: met een aantal bewerkingsslagen wordt een reststof omgezet in een bouwstof die toepassing vindt in de economie. Komt het product nadien vrij, kan het een tweede leven krijgen. 

De afgelopen jaren heeft de sector de kwaliteit van AEC-bouwstoffen sterk verbeterd. De in 2012 met de rijksoverheid gesloten ‘Green Deal verduurzaming nuttige toepassing AEC-bodemas’ is in 2020 succesvol afgerond. Met uiteenlopende en robuuste opwerkingstechnieken, die in de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, is een enorme milieuhygiënische verbeterslag gemaakt. Opwerken betekent enerzijds zoveel mogelijk metalen terugwinnen, anderzijds de asresten reinigen, oftewel zeven en wassen. Een andere techniek is het immobiliseren van het materiaal. Door immobilisatie zit bodemas chemisch opgesloten en levert het geen milieuschade. Dankzij de kwaliteitsslag kunnen opgewerkte AEC-bouwstoffen nu worden toegepast zonder speciale isolatie-, beheers- en controlemaatregelen. Civieltechnisch doen ze niet onder voor traditionele bouwmaterialen. De CO2-footprint van AEC-bouwstoffen is bovendien vele malen lager dan die van primaire grondstoffen. Het spaart immers de winning van zand en grind uit. 

Om de afzet van AEC-bouwstoffen te bevorderen, wil de sector investeren in een verdergaande kwaliteitsslag en meer doen dan de wet vereist door scherpere kwaliteitseisen te stellen. Samenwerking met de overheid is hiervoor belangrijk. De overheid kan in haar inkoopbeleid positief inzetten op de toepassing van AEC-bouwstoffen en daarmee de vraag naar het materiaal stimuleren.

Afvalsector draagt substantieel bij aan Europese klimaatdoelen

Naamloos-1
Lees het gehele artikel

Maar liefst 150 miljoen ton CO2-equivalent kan de Europese afvalsector in 2035 besparen. Dit potentieel verzilveren, vereist de volledige implementatie van de bestaande EU-wetgeving. Met een ambitieuzer pakket kan Europa de CO2-besparing zelfs bijna verdubbelen. Dit blijkt uit een recente studie van twee gerenommeerde onderzoeksbureaus. De afvalsector staat klaar om deze klimaatuitdaging aan te gaan. 

Voor het onderzoek naar het klimaatpotentieel van de Europese afvalsector zijn tien afvalstromen onderzocht: papier, glas, kunststof, ferrometalen, aluminium, hout, textiel, banden, bio-organisch afval en restafval/brandstof uit afval. Samen goed voor bijna een vijfde van de totale afvalstroom. Het Europese Prognos en Nederlandse CE Delft hebben het onderzoek uitgevoerd.  

Een volledige implementatie van de huidige Europese wetgeving betekent onder meer het realiseren van de Europese afvaldoelen van 65 procent recycling voor huishoudelijk afval, het stortdoel van maximaal 10 procent en 70 procent recycling van het verpakkingsmateriaal. Volgens de berekeningen levert dit een besparingspotentieel op van 150 miljoen ton CO2. Ter vergelijking: dat komt bijna overeen met de helft van de totale CO2-uitstoot van Spanje in 2019. Om de CO2-beparing te verdubbelen, is een ambitieuzer beleid nodig. Dan gaat het naast de huidige regels om hogere recyclingdoelstellingen en het vermijden van recyclebaar en brandbaar afval op stortplaatsen, maar bijvoorbeeld ook om een verplicht percentage gerecyclede grondstoffen bij de productie, efficiënte regels voor Europees afvaltransport en overheidssteun voor gescheiden inzameling. Samenwerken met alle stakeholders is hierbij essentieel. Naast overheden en (afval)bedrijven gaat het ook om ontwerpers en producenten aan het begin van de keten. 

Andreas Krawczik, bestuurslid van de Vereniging Afvalbedrijven, benadrukt het belang van meer Europese samenwerking voor grensoverschrijdende CO2-reductie: “Overheden en bedrijven moeten de handen ineenslaan om de potentiële CO2-reductie te verzilveren. Het Europese beleid moet zich richten op integraal afvalbeheer om meer recycling en energieopwekking van afval mogelijk te maken. Met een dergelijke Europese samenwerking wordt bijgedragen aan het reduceren van de totale Europese CO2-uitstoot.” Samenwerken kan door afval op de meest efficiënte wijze te verwerken, en door kennis en afvalverwerking te delen. Krawczik bepleit een koppeling met het Europese Herstelfonds ter ondersteuning van een snellere implementatie van de Europese afvalregels. “Veel landen zullen fors moeten investeren om alleen al de huidige Europese afvalwetgeving na te leven en in te voeren. Met de implementatie is werkgelegenheid, veel CO2-besparing en grondstoffenwinning gemoeid. Allemaal zaken die zeer grote relevantie hebben voor Europa.”

Glasfabrieken schroeven zuiverheidseisen gerecycled glas op

Glasrecycling
Lees het gehele artikel

Een circulaire economie vraagt meer focus op kwaliteit. Afvalscheiding loont alleen wanneer het materiaal daadwerkelijk wordt gerecycled. Liefst zo hoogwaardig mogelijk. Hoe staat het met de kwaliteit van verpakkingsglas? 

De glasbak is al meer dan veertig jaar hét symbool van de Nederlandse afvalscheiding. Er staan er circa 25.000 van in ons land. Het wettelijke inzameldoel van 90 procent wordt echter nog niet behaald. Al zijn we er met zo’n 87 procent dicht bij in de buurt. Met meer glasinzameling blijft de kwaliteit goed overeind. Daarin onderscheidt glas zich positief ten opzichte van andere afvalstromen. De verontreiniging wordt elk jaar gemonitord en blijft ruim onder de kwaliteitsnorm van 2,5 procent. 

Bij glasrecycling draait alles om kwaliteit. Keramiek, steen en porselein (KSP) moeten uit het glas blijven. Elk stukje steen of porselein betekent een breukrisico van een nieuwe fles. Ook loodhoudend en hittebestendig glas, zoals ovenschalen, horen niet in de glasbak. Vanwege een hoger smeltpunt kunnen ze incidenten veroorzaken. Iedere partij glas wordt gekeurd en moet voldoen aan de strenge kwaliteitseisen van glasfabrieken. Die schroeven hun zuiverheidseisen op. Een aantal jaren geleden voldeed vijftig gram KSP per ton glas. Nu is dat al twintig of soms zelfs 10 gram per ton.

Glasrecycler Maltha, de enige in ons land, waar driekwart van het Nederlandse glas terechtkomt, zet geavanceerde scheidingstechnieken in, zoals infrarood, magneten, röntgen en laser. Toch betekent elke scheidingsstap ook verlies aan materiaal. Meer verontreinigingen zorgen voor meer scheiden, een grotere residustroom en hogere verwerkingskosten. Hoe schoner het glas, hoe minder grondstoffen verloren gaan. 

 De vraag naar gerecycled glas is groot. Glasfabrieken willen zoveel mogelijk gerecycled glas inzetten. Witglas bestaat grofweg voor de helft uit glasscherven, gekleurd glas voor meer dan 80 procent. Met een lagere verontreinigingsgraad kunnen ze het aandeel verhogen, mits de prijs van scherven niet te hoog is. Een betere communicatie en bewustwording kan de kwaliteit verhogen. Daarbij is het belangrijk eenvoudige scheidingsregels en een simpele, heldere boodschap te hebben. Je moet het consumenten zo gemakkelijk mogelijk maken. 

Plasticrecycling vereist kwaliteitsslag

Taxonomie
Lees het gehele artikel

Een circulaire economie vraagt meer focus op kwaliteit. Afvalscheiding loont alleen wanneer het materiaal daadwerkelijk wordt gerecycled. Liefst zo hoogwaardig mogelijk. Hoe staat het met de kwaliteit van kunststof verpakkingsafval?

Plasticinzameling heeft een enorme boost gekregen na de komst van PMD-inzameling, de gecombineerde inzameling van plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons. Door de toename daalde echter de kwaliteit van het materiaal, wat de recyclebaarheid in de weg zit. Ongeveer dertig procent van alle verpakkingen die op de markt komen wordt daadwerkelijk gerecycled. Bijna veertig procent van het gesorteerde materiaal komt in de mixstroom terecht, die een weinig hoogwaardige toepassing kent. Monostromen van onder meer PET, PP en PE zijn beter afzetbaar.

Alle sorteerders hebben de kwaliteit van de inputstroom zien teruglopen. In de ogen van de sector focust het gemeentelijk afvalbeleid te veel op het terugdringen van de hoeveelheid restmateriaal en op kwantitatieve inzamelcijfers. Kwaliteit en kwantiteit moeten meer met elkaar in balans worden gebracht. Consumenten moet beter duidelijk worden gemaakt dat het bij de inzameling van huishoudelijke afvalstromen uitsluitend gaat om verpakkingen. Grote stukken folie, plastic netten en videobanden horen niet thuis bij het ingezamelde materiaal. In de sorteerinstallaties zorgen ze voor verstoppingen.

In de beloningssystemen voor gemeenten en sorteerders zou een betere kwaliteit beloond moeten worden. De specificaties moeten ook beter aansluiten op de marktvraag. De markt vraagt om kwaliteit van grondstoffen, voldoende schaalgrootte en concurrerende tarieven. Een impuls van de vraag naar recyclaat is hoog nodig. Daarvoor moeten nieuwe markten worden aangeboord. Die kunnen worden gevonden in het hogere kwaliteitssegment.

Een immense verbeterkans ligt ook aan de voorzijde van de keten: bij het ontwerp van de verpakkingen. Circa dertig procent van de kunststof verpakkingen is überhaupt niet recyclebaar. Ook verpakkingen gemaakt van verschillende materialen leveren veel problemen op bij de recycling. 
De afvalsector roept producenten en ontwerpers op om plastic verpakkingen op de markt te brengen die wel goed recyclebaar zijn.

Een immense verbeterkans ligt ook aan de voorzijde van de keten: bij het ontwerp van de verpakkingen.

Informatieplicht voor Zeer Zorgwekkende Stoffen in afvalstoffen

Dat Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) aandacht vragen, daarover is iedereen het eens. Maar bij wie hoort de ZZS-informatieplicht thuis? De rijksoverheid kijkt naar de afvalbedrijven, de afvalbranche naar producenten en ontdoeners.

De lijst van zeer schadelijke stoffen voor mens, dier en milieu dijt alsmaar uit. Inmiddels zijn ruim 1.600 verschillende ZZS geïdentificeerd. Van veel stoffen is nog onbekend of en in welke mate ze in afvalstoffen zitten. De overheid wil meer greep krijgen op ZZS. De vraag is echter of de ontvanger van afval verantwoordelijk kan worden gesteld voor de ZZS-informatieplicht.

De overheid is van mening dat afvalbedrijven de beste kaarten in handen hebben. Volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat kunnen afvalverwerkers goed bepalen welke informatie ze van ontdoeners nodig hebben, omdat ze hun installaties kennen en weten welke stoffen in het proces worden afgebroken of verwijderd. Overigens hanteert de overheid het principe ‘de vervuiler betaalt’: de kosten voor analyses zijn voor de ontdoener.

De voorgenomen aanpak baart de afvalsector zorgen. Afvalstromen bestaan uit complexe mengsels en zijn heterogeen. Afvalbedrijven weten niet precies welke ZZS ze ontvangen. Afvalstromen op alle ZZS controleren maakt de bedrijfsvoering onbetaalbaar en onuitvoerbaar. Omgevingsdiensten creëren bovendien regionale ongelijkheid. De ene omgevingsdienst is de andere niet als het gaat om het ZZS-regime. De sector vreest hoge kosten van de analyses, stagnatie bij de verwerking en een bevoegd gezag dat elk moment kan ingrijpen.

De focus moet worden verschoven naar de hele keten en met name naar de producenten. “Eerst moet de kraan dicht, zodat geen nieuwe ZZS in omloop komen. Anders blijft het dweilen met de kraan open”, aldus Peter Louwman, vicevoorzitter van de Vereniging Afvalbedrijven. Hij bepleit een vorm van ZZS-producentenverantwoordelijkheid, ook voor stoffen die al in omloop zijn. “Maak producenten verantwoordelijk voor ZZS, bijvoorbeeld met een fonds en een track&trace-systeem, waarmee ZZS door de keten gevolgd kunnen worden.”

Taxonomie sluit thermische afvalverwerking met energieterugwinning uit

De afvalenergiecentrales (AEC’s) dreigen buiten de Europese Taxonomieverordening te worden gehouden. Deze nieuwe verordening, die van toepassing is in de hele Europese Unie, ordent en classificeert economische activiteiten naar duurzaamheid. Dat moet duurzame beleggers duidelijkheid geven. Bij de uitsluiting van AEC’s legt de afvalbranche zich niet zomaar neer. Zonder het stempel ‘duurzaam’ wordt het moeilijk om investeringen te krijgen voor nieuwe AEC’s waardoor in Europa meer afval zal worden gestort. Dat is slecht nieuws voor de circulaire economie en het klimaat. Het betekent een forse toename van broeikasgasemissies.

De branche pleit voor een integrale benadering, zodat het streefdoel van de circulaire economie niet in gevaar komt. Recycling en verbranding zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Er blijft na sorteren, bewerken en recyclen altijd een restfractie over, en meer recycling van hoge kwaliteit resulteert in meer residustromen. Bovendien zijn er stoffen die we niet terug willen in de kringloop, denk bijvoorbeeld aan Zeer Zorgwekkende Stoffen en aan de producten uit het verleden waarin schadelijke stoffen zijn verwerkt die nu in de afvalfase belanden. Verwerking van deze stromen in AEC’s is de aangewezen route. De Europese koepelorganisaties maken zich sterk om AEC’s alsnog een positie te geven in de Taxonomieverordening.

Week van de AfvalHelden 2022
Van 28 februari tot en met 4 maart 2022 worden de medewerkers van de afvalbranche in het zonnetje gezet. De afvalbranche is essentieel voor het draaiend houden van de maatschappij. Een sleutelpositie hierin is weggelegd voor alle mannen en vrouwen die het werk in de praktijk uitvoeren. Zij verdienen het om waardering en trots te ervaren. Ze zijn onze Helden – met een hoofdletter H – en dat staat centraal tijdens de Week van de AfvalHelden, georganiseerd door NVRD, Vereniging Afvalbedrijven en O&O Fonds GEO. • www.weekvandeafvalhelden.nl

Over de Vereniging Afvalbedrijven

De Vereniging Afvalbedrijven behartigt de belangen van bedrijven die actief zijn in de totale afvalketen. Als verbinder van belangen en partijen in de keten, is de Vereniging Afvalbedrijven een belangrijke partner in de transitie naar de circulaire economie. De Vereniging Afvalbedrijven stimuleert de transitie naar de circulaire economie, waarbij het sluiten van kringlopen en het terugwinnen van materialen, grondstoffen en energie centraal staan. De Vereniging Afvalbedrijven is gesprekspartner voor overheden en andere instanties. De brancheorganisatie vertegenwoordigt in omzet en afvalvolume ongeveer twee derde van de Nederlandse afvalmarkt.

Meer over de Vereniging Afvalbedrijven en haar activiteiten is te lezen op www.verenigingafvalbedrijven.nl. Op de homepage vindt u ons Jaarbericht 2020. Veel werkzaamheden in het afgelopen jaar hadden te maken met de uitbraak van de coronapandemie. “Ik ben erg trots op alle mannen en vrouwen in onze sector die ervoor hebben gezorgd dat het werk doorging”, zegt voorzitter Boris van der Ham in het voorwoord. Daarnaast maakte de Vereniging Afvalbedrijven zich weer sterk voor de transitie naar de circulaire economie. In het Jaarbericht 2020 worden enkele activiteiten uitgelicht. Daarbij gaat het bijvoorbeeld over de focus op de kwaliteit van ingezamelde afvalstromen om recycling te optimaliseren en de afzet van gerecyclede materialen te stimuleren. Verder aandacht voor de klimaatwinst die de sector kan realiseren met meer en schoner recyclen en het afvangen en benutten van CO2.